Ik geef training in frontend tools en stacks als HTML, JavaScript, TypeScript, React, Angular en Vue. Ik schrijf boeken en artikelen over tal van (ICT-) onderwerpen. Ik was lead developer en directeur bij Yindo - Jouw digitale bibliotheek. Je kunt mij volgen op Twitter(@PeterKassenaar).

In dit blog vind je persoonlijke artikelen, die niet noodzakelijk tech-gerelateerd zijn.

Views and expressions are my own.

Terug naar de algemene site.

02december

Usability tip - vertel wie je bent en wat je doet

Op dit moment ben ik aan het schrijven voor een nieuwe uitgave van het Handboek Usability dat in het voorjaar van 2010 verschijnt. Het originele boek stamt al weer uit 2003/2004 en is hoognodig aan opvolging toe.

Een van de tips uit het eerste boek (die zéker gehandhaafd blijf in deze nieuwe uitgave) is ‘vertel op de homepage wie je bent en wat je doet’. Dat lijkt een open deur, maar is dat niet.

Facebook

Ik kwam dat onlangs nog weer eens tegen toen ik door iemand naar een facebook-pagina werd verwezen om een foto te bekijken. Nu ben ik geen facebook-gebruiker (ik ben helemaal traag met social networks, maar dat is een ander verhaal), en dus kon ik de betreffende pagina niet zien.

Na het klikken op de link in het mailtje werd ik automatisch doorgestuurd. Ik kreeg alleen de homepage te zien, met het verzoek mij te registreren, zonder enige verdere informatie.

facebook homepage. Waar is de achtergrondinfo?

En nu kan het wel zo zijn dat facebook het grootste sociale netwerk ter wereld is met meer dan 300 miljoen gebruikers; er zijn altijd nog meer personen die niet weten wat facebook is.

En hen moet je op de homepage vertellen wie je bent en wat je doet. En wat de voordelen voor mij zouden zijn om te registreren. Dat is zo als je Microsoft heet, Coca Cola of Google of elk willekeurig ander bedrijf uit de Fortune-500. En dus ook als je Facebook bent.

Want waarom zou ik in vredesnaam alle gevraagde informatie achterlaten, alleen om een foto te kunnen bekijken? Facebook moet mij overtuigen van de voordelen van registratie en op zijn minst enige achtergrondinformatie geven over de site en het bedrijf zelf en wat het met de informatie doet. De usability-tip is dan ook

“Vertel op de homepage wie je bent en wat je doet. Leg uit wat er op je website te vinden is, en waarom het voor de bezoeker belangrijk is dat hij er nog eens terugkomt.”

Loze kreten

Een tekst als “Registreren is gratis en iedereen kan lid worden” is nietszeggend en voegt niks toe. Elk forum op internet is gratis, en iedereen kan lid worden. Ook de tagline “Met Facebook ben je verbonden en deel je alles met iedereen in je leven” zegt mij nog niet veel, als social network-nerd.

Wat is facebook nou precies? Wat doet het? En waarom moet ik mij registreren als ik een foto van iemand anders wil bekijken? Allemaal vragen waarop facebook het antwoord schuldig blijft.

Juridische blabla - bovendien in een lelijke mix van Engels en Nederlands

Na lang kijken zag ik de kleinste lettertjes op de pagina: “Waarom moet ik dit invullen?” Maar deze koppeling opent alleen een pop-upvenstertje met meer nutteloze juridische blabla. Het geeft mij geen enkel inzicht in wat facebook is en wat het doet.

Zelfs bovenstaande informatie (sociaal netwerk, 300 miljoen gebruikers) heb ik nota bene uit Wikipedia moeten halen. Op de homepage van facebook is niet terug te vinden wat het bedrijf doet en welke voordelen een lidmaatschap/registratie biedt.

Hyves en LinkedIn

Andere sociale netwerken zoals Hyves en LinkedIn doen dat beter. Daar kun je altijd minimaal een detailpagina met enkele details bekijken, maar pas als je meer wilt (zelf een profiel plaatsen, of reageren op anderen) wordt om registratie gevraagd.

Facebook doet daar niet aan. Als je iets wilt, maakt niet uit wat, moet je eerst een account maken.

En daar had ik geen zin in.

Jammer, want ik was wel benieuwd naar die foto.

Peter Kassenaar
-- 02 december 2009

(PS: ik doe wel een beetje aan sociale netwerken, want ik ben sinds kort ook actief op Twitter, voor korte berichten, tips en handige links. Je kunt me volgen via http://twitter.com/PeterKassenaar (@PeterKassenaar is mijn Twitternaam).

28oktober

Usability-tip: noem altijd de prijs. Direct

In onze usability-onderzoeken zien we vaak dat gebruikers op zich wel bereid zijn om online producten aan te schaffen. Een van de grootste vragen is echter altijd ‘wat kost het’?

Het afhaakmoment voor online aankopen valt in de meeste gevallen op het moment dat

  1. blijkt dat voor een product betaald moet worden (terwijl dit niet van te voren was aangegeven), of
  2. blijkt dat bij de aanschaf van een product nog extra kosten worden berekend, zoals BTW-toevoeging of verzendkosten –waardoor de complete bestelling duurder uitvalt dan de bezoeker tot op dat moment dacht.

Een mooi voorbeeld (nou ja, eigenlijk dus niet zo’n mooi voorbeeld) van categorie 1 zag ik onlangs in mijn mailbox. RealNetworks stuurt een reclamemailtje voor hun programma Photo Morpher. Er staat wat tekst bij, en een grote, rode knop Download nu. Deze knop wordt verderop in het mailtje nogmaals groot onder de aandacht gebracht.

Let op: nergens wordt gesproken over een prijs.

mailing Photo Morpher

Pas als je op Download nu hebt geklikt, komt de aap uit de mouw. Op de site van RealNetworks blijkt dat dit programma $24,99 kost.

real02

Dit zal absoluut het afhaakmoment voor dit product zijn. Ik vrees dat deze mailing niet veel (nieuwe) klanten heeft opgeleverd.

Usability tips

RealNetworks zou de gebruikersvriendelijkheid van dit bericht en hun product kunnen verbeteren door:

  1. Direct in de aanbiedingsmail eerlijk te zijn over het feit dat het hier geen aanbieding voor een gratis product betreft (het is helemaal niet vreemd om dat te veronderstellen, veel software wordt tegenwoordig gratis via internet verspreid), maar dat er direct voor betaald moet worden.
  2. In plaats van alleen een betaalde versie van het product te bieden waarvoor direct $24,99 betaald moet worden, ook een gratis 30-dagen versie te bieden. Eventueel met beperkte functionaliteit. Dan kunnen klanten veel beter beoordelen of de software aan hun wensen voldoet. Het werken met trial- en volledige versies is inmiddels volledig ingeburgerd. Het lijkt nu alsof Real zo weinig vertrouwen in het product heeft dat ze geen probeerversie durven aan te bieden, maar alleen aan direct sales doen. Geen goede indruk.

Denk hier ook aan als je zelf een product aanbied via internet. Wees altijd zo eerlijk en transparant mogelijk over de prijs. Laat het direct zien als er verzendkosten bij komen kijken, laat duidelijk weten wat het totale eindbedrag voor de koper wordt. Je wint er klanten mee in je online winkeltje!

Peter Kassenaar
-- 28 oktober 2009

02oktober

Workshop Efficiënte websites bij !Pet

Van 30 september tot 3 oktober stond bij de firma !Pet in Hoogeveen en Groningen de jaarlijkse Efficiency 4-daagse op het programma. Dit is een beurs met de nieuwste trends op het gebied van projectinrichting, kantoorautomatisering, druk- en printspecialisten en kantoorartikelen. Behalve uitgebreide productdemonstraties in de winkels waren er ook workshops en lezingen te bezoeken.

Op 1 oktober verzorgde ik de workshop 'Hoe efficiënt is uw website?'. Hierin besprak ik achtereenvolgens

  • Wat is eigenlijk efficiency wat is het verschil met effectiviteit?
  • Welke factoren bepalen de efficiency van een website?
  • Hoe kun je zelf de efficiency van je eigen website verbeteren en hoe kun je dit meten (met 'harde' getallen).

De presentatie die bij deze workshop hoort is hier te downloaden als .pptx (Powerpoint 2007 voor Mac en Windows) en als pdf.

Hoe efficiënt is uw website.pptx (4,28 mb)

Hoe efficiënt is uw website.pdf (3,81 mb)

Het zwaartepunt van de workshop lag op de bespreking en toelichting van de 'Efficiency top-8'. Dit is een lijst van acht succesfactoren die gezamenlijk de efficiency van een website in grote mate bepalen.

Dit onderwerp hangt sterk samen met de Usability-workshops die Oskar van Rijswijk en ondergetekende regelmatig verzorgen. Wilt u hier meer informatie over, of bestaat er binnen uw organisatie ook interesse in dit onderwerp, neem dan contact met ons op.

Peter Kassenaar
-- 2 oktober 2008



25april

Offline usability – of Tekstschrijven op informatiepanelen

Als je zoals ik veel bezig bent met website usability, vallen automatisch ook andere usabilityzaken op. Noem het maar even ‘offline’ usability. Denk aan de bediening van een magnetron, de werking van NS-kaartautomaten, de instellingsmogelijkheden van een digitale piano en zo verder.

Zo viel mijn oog onlangs onbedoeld op een wel heel merkwaardige aanduiding op een informatiebord voor de zorginstelling ‘Gelders Hof’, bij ons in Dieren.

Gelders Hof is gelegen aan een drukke straat met weinig parkeermogelijkheden. De hoofdingang is aan de achterkant, waar wel voldoende parkeergelegenheid is. Maar hiervoor moet de bezoeker eerst via een paar kleine straatjes om het pand heenrijden.

Om dit te verduidelijken, bedacht men de volgende tekst op het informatiebord:

“Parkeren hoofdingang
( na 150 m terug)”

 

Informatiepaneel bij Gelders Hof

Wat zou er gebeuren als je onbekend bent in Dieren en inderdaad deze aanwijzing opvolgt? Dan rijd je dus eerst 150 meter verder en vervolgens ga je terug. Dan ben je daarna weer exact op de plek waar je begon! Maar niet bij de hoofdingang...

Of, als je vanaf de andere kant het bord nadert. Dan ga je eerst 150 meter terug, om vervolgens tot je verwondering te ontdekken dat je nu maar liefst 300 meter verwijderd bent van de toegangsweg die leidt naar de hoofdingang!

Maar gelukkig staat op de andere zijde van het paneel de correcte aanduiding: “na 150 m links”.

Na 150 meter links...

Nu op de voorzijde nog even het woord ‘na’ verwijderen, of anders de ‘n’ veranderen in een ‘g’ en het informatiepaneel is helemaal correct :-).

Oplossing:
"Ga 150 meter terug"

29maart

Tien minpunten van Mac OS X – deel 1

In een eerder blogbericht heb ik tien pluspunten genoemd die het naar mijn idee zeker de moeite waard maken om Mac OS X te gebruiken. Is Mac OS dan perfect? Zijn er geen minpunten te noemen? Zeker niet. In dit bericht zet ik een aantal punten op een rijtje die naar mijn idee absoluut afbreuk doen aan het gebruiksgemak en de begrijpelijkheid van Mac OS X.

Omdat negatieve postings altijd meer reacties opleveren dan positieve, splits ik het in twee delen. Hierna vindt je -opnieuw in willekeurige volgorde- de eerste vijf minpunten die ik in mijn eerste weken met Mac OS tegen het lijf ben gelopen. In een volgende post vijf andere minpunten.

Opmerkingen of reacties? Maak het kenbaar door een commentaar toe te voegen. Dan kunnen ook andere overstappers hiervan profiteren.

1. Een duidelijk 'Begin hier'-punt ontbreekt

Een van de vaste onderdelen waar anti-Windows fanaten altijd over schamperen is de Start-knop. Toch is dit destijds (In Windows 95) vanuit usability-oogpunt een gouden greep geweest. Voor het eerst kreeg een computer user interface een duidelijke trigger: 'Klik op mij, hier moet je beginnen. Start hier'. Ook andere desktopmanagers zoals KDE en Gnome voor Linux hebben sindsdien het principe van de Start-knop overgenomen.

In Mac OS ontbreekt dit. Voor newbies is dit lastig. Want waar moet je dan beginnen? Wat is het vaste ijkpunt waarop je altijd kunt terugvallen?  Na het [voor de eerste keer] starten van Mac OS zijn er vier mogelijke ingangen:

  • Het venster Programma's dat automatisch geopend wordt
  • Het pictogram van de vaste schijf Macintosh HD
  • De Dock
  • De menubalk van Finder

Dat zijn (te) veel keuzes. Hoewel er tal van opties zijn om te beginnen, is het ontbreken van één duidelijk startpunt zeker een gemis. Natuurlijk, het is makkelijk om te zeggen 'dat moet iedereen dus lekker zelf weten, keuze genoeg!', maar dat is een dooddoener. Ooit eens in een Amerikaanse supermarkt geweest? Daar ligt ruim vijftig meter verschillende chips op je te wachten. Te veel keuze is niet altijd beter, of makkelijker. En in het geval van Mac OS doet het me een beetje denken aan de aloude tijd van Windows 3.1, met het venster Programmabeheer.

Ofschoon Mac-adepten dit als een knieval zullen beschouwen, zou ik er in een volgende versie van Mac OS zeker voor pleiten een [variant van] de knop Start te introduceren. Dat kan dan direct een ander groot minpunt verbeteren, namelijk:

2. De Dock

Ik weet niet precies wat Apple ooit met de Dock heeft bedoeld, maar als Windows-overstapper vermoed ik dat het een vervanging en/of uitbreiding is van de Windows Taakbalk. Dat is een prima idee, want de taakbalk van Windows kan een stuk beter. Maar de manier waarop de Apple Dock in Mac OS X Leopard werkt kan mij niet bekoren.

Ik ervaar er de volgende problemen mee.

  • Het is een onduidelijk mengelmoesje van geïnstalleerde programma's (maar niet allemaal) en geopende vensters en programma's (maar niet allemaal). Wat zijn de criteria hiervoor?
  • Als een venster wordt geminimaliseerd, wordt het met een fraaie boog in de Dock geplaatst. Maar niet-geminimaliseerde vensters staan niet in de Dock? Als een venster verscholen gaat achter andere vensters, hoe kan ik het dan snel selecteren? In Windows is de situatie tenminste duidelijk. Elk geopende venster, ongeacht zijn status, krijgt een knop in de taakbalk. Daar kun je op klikken, waarna het betreffende venster wordt geactiveerd. Simpel en doeltreffend.
  • De Dock is in twee delen gesplitst. Waar slaat dat op? Ja, ik weet uit de documentatie dat je aan de rechterkant stacks kunt maken. Maar waarom? Stacks zijn in principe statische items. Maar ook vensters die ik minimaliseer –dynamische items!- komen aan de rechterkant te staan. It just doesn't make sense.
  • Nog erger: als je veel programma's hebt – te veel om allemaal op de Dock te plaatsen, omdat deze dan te breed wordt – adviseert Apple zelf nota bene om dan maar een Stack te maken van de map Programma's. Hoe verzin je het.
  • Als alle vensters van een programma gesloten zijn, kan het programma toch nog geopend zijn! Dit is te zien aan een minuscuul lichtpuntje onder het programmapictogram in de Dock. Maar als je het vervolgens activeert door er op te klikken, gebeurt er niets. Er is immers geen venster meer geopend (jaja, ik weet inmiddels ook wel dat je dan met Command+N een nieuw venster kunt openen. Maar dit is niet vanzelfsprekend voor beginners. Die zien heus niet dat in de menubalk bovenin plots de opschriften van het betreffende programma verschijnen, omdat hun blik onderin op de Dock is gericht). Waarom het niet simpel houden? Zodra het laatste venster van een applicatie wordt gesloten, wordt de applicatie beëindigd. En als je het programma opnieuw wilt starten, dan klik je weer op het pictogram in de Dock.

Hoe dan wel?

In Windows gebruik ik het programma ObjectDock van de firma StarDock. Dit is wat mij betreft een perfecte combinatie van de (saaie, maar functionele) Windows taakbalk en de dynamische en gebruikersvriendelijke –want makkelijk aan te klikken pictogrammen- van Mac OS X. De geregistreerde versie van ObjectDock biedt bovendien de optie om diverse tabs te maken met bijvoorbeeld Office-programma's, Adobe-programma's en zo verder.

Het Windows Startmenu vindt ik veel beter doordacht dan de Dock van Apple. Zeker in Windows Vista, waar de zoekfunctie in het startmenu is geïntegreerd. (als die zoekfunctie nou maar eens net zo snel en accuraat zou werken als Spotlight…).

3. Onduidelijke installatieprocedure programma's

Het installeren van nieuwe programma's onder Mac OS is soms eenvoudig, soms lastig. Dat is niet anders dan in Windows, maar ik had er meer van verwacht. De ene keer wordt een applicatie automatisch gestart en ook geïnstalleerd, de andere keer wordt een gedownloade toepassing als (virtueel?) schijfstation gemount en moet je de installatie procedure handmatig starten. En dat is iets dat ook nog niet altijd op dezelfde manier verloopt.

De ene keer kun je dubbelklikken op het applicatiepictogram, maar soms moet je het kennelijk installeren (zoals Firefox) door het applicatiepictogram naar de map Programma's te slepen? Moet je maar net weten. Ik had eerst Firefox na het downloaden kennelijk alleen maar gestart door er op te dubbelklikken. Niet geïnstalleerd. De volgende keer dat ik FF wilde openen was het programma nergens te bekennen…

Het zou goed zijn als Apple hier hardere richtlijnen voor zou uitvaardigen om het installeren van toepassingen voor newsbies nog makkelijker te maken. Kijk bijvoorbeeld eens naar de manier waarop dit als One-Click-Install in de Linux distributie OpenSUSE is geregeld. Hier kunnen zowel Microsoft als Apple een voorbeeld aan nemen.

De installatiewijze van Microsoft Office voor Mac daarentegen is wel duidelijk aangegeven. Zo kan het dus ook. Alleen jammer dat het afhankelijk is van de individuele fabrikant.

4. Mappen en bestanden door elkaar

Langzamerhand komen we aan de wat 'kleinere' minpunten. Dit zijn in elk geval een aantal zwakheden die ik lastig vind, maar die ik niet onder de categorie Hopeloos zou willen scharen.

Zo staan in Finder bijvoorbeeld de mappen en bestanden helemaal door elkaar. Tenminste, dat lijkt zo. In werkelijkheid staan ze op strikt alfabetische volgorde, ongeacht of het een map of bestand betreft. Ik ben gewend uit Windows (en de meeste Linux-distro's) dat eerst alle (sub)mappen in een map op alfabetische volgorde worden getoond en daarna alle bestanden op alfabetische volgorde. Ik vind dat handig. Dan wordt namelijk zowel een sortering op fundamenteel verschil (map versus bestand) bereikt als een logische volgorde (A-Z, per categorie).

In Mac OS wordt kennelijk alleen de alfabetische volgorde aangehouden. Jammer. Als iemand een manier weet om dit aan te passen, kun je het laten weten? Bedankt!

5. Geen geïntegreerde ontwikkelomgeving

Er zijn miljoenen en miljoenen programma's beschikbaar voor Windows. Er zijn enkele honderdduizenden programma's beschikbaar voor Mac OS (let op hè: dit zegt alleen iets over de kwantiteit , niet over de kwaliteit) . Hoe kan dit?

Volgens mij komt dit voor een groot deel omdat Microsoft al sinds jaar en dag goede ontwikkeltools ter beschikking stelt aan de programmeursgemeenschap en Apple hierin sterk achterblijft.

Tientallen jaren werkte ik achtereenvolgens met GWBasic (1988) QuickBasic, Visual Basic voor DOS en Windows, Visual C, Visual InterDev, Visual Studio 97, -2003, -2005 en nu Visual Studio 2008. Hiermee kun je als ontwikkelaar alles wat je op het Microsoft-platform wilt. Webapplicaties, desktopapplicaties, mobiele toepassingen, gedistribueerde toepassingen, noem maar op.

Wat is er voor Apple beschikbaar?

AppleScript. Automator.

Tja.

Simpel gezegd: als je een beetje kaas hebt gegeten van programmeren is het erg makkelijk om na een middagje cursus een eigen Windows-programma te maken en op je eigen website te zetten waarna iedereen het kan downloaden en verder distribueren.

Voor Mac is het toch allemaal een beetje karig. Macro-achtig. Het wordt de enthousiasteling en hobbyist niet eenvoudig gemaakt om eigen Mac-programmaatjes te maken. Tenminste niet zoals dat heel simpel –maar toch compleet- kan met de gratis programma's van Microsoft zoals Visual Studio Express Edition met Visual Basic en C en Visual Web Developer Express Edition voor webapplicaties. Ik mis een duidelijke, algemeen beschikbare geïntegreerde ontwikkelomgeving (designing, developing, testing, debugging, deployment) voor Apple. Wat mij betreft zou dit net zo prominent moeten worden gepropageerd als de iLife '08-bundel. Moet je eens zien wat het Mac OS-platform dan aan momentum en slagkracht zou winnen!

[update:] Tijdens het schrijven van dit artikel ontdekte ik developer.apple.com. Dat ziet er veelbelovend uit. De tools lijke beschikbaar te zijn. Maar het wordt tegelijkertijd maar slecht onder de aandacht gebracht. Ik krijg er in elk geval niet echt direct een warm gevoel bij.

Apple, ik wil graag voor jullie programmeren, maar hoe?!

Conclusie

Hoewel ik graag met mijn MacBook Pro werk, zijn er toch veel dingen die naar mijn idee beter kunnen in Mac OS. In dit artikel noemde ik er al vast vijf. Ik hoop dat ze worden opgepikt en in een volgende versie van Mac OS worden verwerkt. In een volgend blogbericht zet ik de volgende vijf minpunten op een rij. En nee, daar heb ik niet heel lang over hoeven na te denken :-).

Opmerkingen? Tips? Laat het weten en schrijf een commentaar. 

Peter Kassenaar
-- 29 maart 2008

   

   

27februari

Martin Tirion - User Experience Evangelist

Martin TirionVorige week bezocht ik de Microsoft MSDN InTrack sessie die was gewijd aan User Experience en Silverlight. De presentatie werd verzorgd door Robert Kuunders van Opatel opleidingen. Een inhoudelijk verslag van deze sessie lees je op het Microsoft User Experience Blog.

Ik sprak daar met Martin Tirion van Microsoft. Hij voert nu ongeveer anderhalf jaar de toevoeging 'User Experience Evangelist' op zijn kaartje. Omdat dit natuurlijk een intrigerende titel is, stelde ik hem de volgende vragen.

Een User Experience Evangelist, wat is dat? "Nou, de primaire taak van een evangelist is het enthousiast maken van gebruikers voor een product of dienst. Mijn functie is geen sales-functie. Ik hoef geen omzet te draaien. Mensen moeten vooral bekend raken met, en enthousiast worden voor het begrip User Experience.

"In mijn geval probeer ik vooral het aandachtsgebied gebruikerservaring uit te dragen. Bij Microsoft vinden we dat op het gebied van gebruikersvriendelijke applicaties niet alleen meer de tools centraal moeten staan waarmee die applicaties gebouwd worden, maar dat vooral de eindgebruiker centraal moet staan. Daarom is mijn functie ook omschreven als 'User Experience Evangelist', niet 'Design Evangelist'."

"Wij proberen ontwikkelaars vooral gereedschappen te bieden waarmee ze applicaties kunnen bouwen die rijke gebruikerservaringen kunnen creeëren bij de eindgebruikers. En omdat het gebied User Experience, of kortweg UX nog tamelijk onbekend is, is een belangrijk deel van mijn werk natuurlijk ook gelegen in het uitleggen van deze begrippen aan onze klanten. Ik zorg er voor dat het begrip 'gebruikerservaring' meer bekend wordt bij zowel ontwikkelaars als beslissers."

Waaruit bestaat jouw werk dan zoal? "Tja, dat bestaat momenteel vooral uit praten. Praten met web agencies, designbureaus, mediabureaus en media-afdelingen van grotere bedrijven. Microsoft is van oudsher natuurlijk vooral bekend als leverancier van ontwikkeltools zoals Visual Studio, de diverse programmeertalen, SQL Server en overige servers. Het aandachtsgebied Design is een nieuw speerpunt binnen Microsoft. Ik leg uit wat de visie van Microsoft is op het vakgebied Design en met welke nieuwe Microsoft-designtools we de brug proberen te slaan tussen de traditionele programmeur - zeg maar, de 'nerd'  - en de traditionele designer, de artistiekeling."

Oh,en welke producten zijn dat dan? "Dat zijn de producten uit de nieuwe Expression-reeks. Expression Web voor het maken van websites die aan de nieuwste webstandaarden voldoen, Expression Design voor het ontwerpen van vectortekeningen, Expression Blend voor het maken van animaties en Silverlight-projecten en en slotte Expression Media waarin een encoder is opgenomen om allerlei soorten media om te zetten naar het Silverlight-mediaformaat."

Goed, nog een serie nieuwe designproducten. Maar wat is hiervan de technische meerwaarde? "Het voordeel van al deze producten is dat ze aan de ene kant een bekende grafische interface bieden waar designers snel mee uit de voeten kunnen. Aan de andere kant wordt het resultaat van al deze tools opgeslagen als XAML, hetgeen enorm veel voordelen heeft. Je kunt projecten als platte tekst uitwisselen, het is immers een gewoon XML-bestand. Maar je kunt er als programmeur ook heel snel mee uit de voeten, omdat XAML eenvoudig kan worden geintegreerd in je bestaande Visual Studio projecten. Zo kun je er snel tegenaan kunt programmeren, via de taal die je al kent. "

Maar designbureaus zitten er toch niet op te wachten om massaal over te stappen op XAML? "Nee, dat is waar, daarom opereer ik ook met een pragmatische insteek. Het zou mooi zijn als iedereen zijn projecten als XAML zou ontwikkelen en opslaan, maar dat is niet realistisch. In de praktijk wordt natuurlijk enorm veel gewerkt met Photoshop psd-bestanden en bijvoorbeeld Adobe Illustrator ai-bestanden. Deze kunnen in de Expression tools dan ook probleemloos geimporteerd worden en verder worden verwerkt binnen een applicatie. Zo proberen we opnieuw een brug te slaan tussen de bestaande praktijk van de designer en de ontwikkelaar die bekend is met Microsoft-programmeertalen."

Gratis Silverlight- en Expression trainings-dvd aanvragen

Stel dat iemand bekend wil raken met de Expression-tools. Welke tips heb je dan voor hem of haar? "Van alle tools uit de Expression reeks zijn probeerversies verkrijgbaar. Deze kun je gratis downloaden vanaf de algemene site www.microsoft.nl/expression. Bovendien kun je er een gratis trainings-dvd aanvragen. Hierop staan allerlei instructievideo's en hands-on-Labs voor de Expression-producten, maar ook voor Windows Presentation Foundation (WPF) en Silverlight. Deze kun je dan direct uitproberen."

Nuttige links

18februari

Nieuwe website provincie Gelderland

Na een aantal jaren dienst te hebben gedaan, wordt de website van de provincie Gelderland (www.gelderland.nl) momenteel vernieuwd. De huidige site voldoet niet meer aan de maatstaven voor modern design en de informatievoorziening naar de inwoners van Gelderland toe kan een stuk beter.

1: De huidige site op www.gelderland.nl

Samen met mijn partner Oskar van Rijswijk zijn wij als usabilityspecialisten gevraagd een expert review uit te voeren voor het nieuwe design van de site. Afgelopen donderdag (14 februari 2008) presenteerden wij onze bevindingen in een meeting. Hoewel we op dit moment uiteraard nog geen screenshots kunnen tonen van de nieuwe site, kunnen we tot ons genoegen al wel melden dat met name de hoofdnavigatie een stuk eenvoudiger zal worden.

Navigatie

In de huidige site bestaat het hoofdmenu uit talloze ingangen die geen van allen voor eenduidige uitleg vatbaar zijn. Vanuit de organisatie geredeneerd is de indeling misschien logisch, maar voor de 'argeloze bezoeker', die niet op de hoogte is van de opbouw van het ambtelijke apparaat van de provincie, is het aantal keuzemogelijkheden veel te groot. Er zijn maar liefst drie kolommen, met elk maximaal 9 keuzes. Een hoofdmenu (de primaire navigatie, in usabilitytermen) is voor bezoekers het beste te overzien als dit niet meer dan 5 tot 7 keuzes bevat, eventueel aangevuld met een koppeling naar de homepage. Dan is het menu in één oogopslag te scannen en kan snel een keuze worden gemaakt.

2: Het aantal items in het hoofdmenu is nu veel te groot om overzichtelijk te zijn.

Als vervolgens blijkt dat de gemaakte keuze niet helemaal aansluit bij de vraag van de bezoeker, dan keert men snel terug naar de homepage (tip: maak het logo aanklikbaar) om van daaruit op nieuw te beginnen. Het nieuwe hoofdmenu zal sterk worden vereenvoudigd en (onder voorbehoud) de volgende opties bevatten:

  • Home
  • Actueel
  • Thema's
  • Loket
  • Bestuur en Politiek
  • Samenwerking
  • Regio's
  • Over de provincie

En zo blijkt dat met goed analyseren van het aanbod aan informatie, producten en diensten die een organisatie biedt, vaak een veel eenvoudiger menu kan worden gemaakt. In het geval van de provincie Gelderland kon het aantal item worden teruggebracht van (maximaal) 27 naar 7, zonder aan gebruikersvriendelijkheid in te boeten. Sterker nog, waarschijnlijk wordt de gebruikerservaring alleen maar verbeterd, omdat men sneller zijn weg kan vinden.

Een advies: kijk ook eens kritisch naar het hoofdmenu of de primaire navigatie van uw eigen website. Vergelijk dit met bekende grote sites, of met branchegenoten. Mogelijk kan uw menu ook een stuk eenvoudiger worden gemaakt. Probeer niet om met het hoofdmenu de structuur van uw eigen organisatie te spiegelen, maar ga juist uit van de wens van de bezoeker. Welke taak wil hij op de site uitvoeren? Hoe wordt dit het snelste bereikt? Wees kritisch ten opzichte van uw eigen site.

-- Peter Kassenaar
18 februari 2008

06februari

Drempelvrij, maar hoe naar de homepage?

Samen met Oskar van Rijswijk beheer ik het usabilitybureau W3use.nl. Hiermee voeren wij expert reviews, usabilitytesten en kwaliteitsonderzoeken voor websites uit. Een van de vragen die wij in usability-testen voor sites altijd weer stellen is

  • "OK, stel, je bent via Google zomaar ergens in deze site beland. Hoe zou je nu weer terugkeren naar de homepage?"

Het is immers van het grootste belang dat een willekeurige bezoeker vanaf een willekeurige pagina zo snel mogelijk kan terugkeren naar de homepage. De homepage wordt door bezoekers vaak letterlijk als startpagina gezien van de site. Als ze het even niet meer weten, klikken ze op Home om opnieuw te beginnen. Elk design dient dan ook van een ondubbelzinnige route naar de homepage voorzien te zijn, liefst linksboven in elke pagina. De beste manieren om een bezoeker naar de homepage te laten terugkeren zijn:

  • Zorg voor een knop Home of Startpagina of vergelijkbaar in de primaire navigatie van de site
  • Zorg er voor dat het logo van de site aanklikbaar is en verwijst naar de homepage
  • Zorg er voor dat deze items op elke pagina van de site op steeds dezelfde positie aanwezig zijn.

Wat schetst nu mijn verbazing toen ik voor een project waar ik aan werk deze week op de site Drempelvrij.nl belandde (om een aantal richtlijnen voor toegankelijk webdesign te checken, www.drempelvrij.nl/richtlijnen). Het bleek dat deze site aan geen van de eisen voldoet!

Snel, werp één blik op deze pagina en zeg in één oogopslag waar u klikt om terug te keren naar de homepage!

  • Klikken op het logo? – Fout! Er gebeurt niets.
  • Klikken op drempelvrij.nl? – Fout! Er gebeurt niets.
  • Klikken op de oranje en groene 'stoplichtmannetjes' dan maar? – Fout! Er gebeurt niets.
  • In het menu kijken dan maar? Hmm… waar is de optie Home of Start? Niet direct te vinden…

Het goede antwoord is (drumroll, please….) klik op de optie Waarmerk in het menu. Logisch toch?

Drempelvrij heeft zeer sympathieke doelstellingen, maar voordat hun eigen site eenvoudig te gebruiken is, zijn nog enige hordes te nemen.