Vandaag recenseer ik een tweetal boeken over Steve Jobs die ik toevalligerwijs vlak na elkaar gelezen heb. Ze hebben verschillende onderwerpen.
- De eerste (iCon) is een – ongeautoriseerde – biografie van Steve Jobs.
- De tweede (The presentation secrets of Steve Jobs) is een meer technische titel die de veelgeprezen presentatietechnieken van Jobs ontleedt, onder het vergrootglas legt en aanwijzingen geeft hoe je deze kunt inzetten om je eigen presentaties te verbeteren.
Beide boeken zijn alleen in het Engels verkrijgbaar. Er zijn - voor zover mij bekend – geen Nederlandse vertalingen verschenen.
Update : omdat het artikel erg lang werd, heb ik het gesplitst. Hier lees je deel twee!
iCon - Steve Jobs, the Greatest Second Act in the History of Business
iCon - Steve Jobs, the Greatest Second Act in the History of Business (hierna kortweg iCon) is een ongeautoriseerde biografie van Steve Jobs die zijn leven en werk beschrijft vanaf zijn geboorte in 1955 tot ongeveer zijn vijftigste verjaardag, in februari 2005.
Dertien hoofdstukken zijn verdeeld in drie delen en behandelen elk een deel van zijn leven. in het eerste deel (Flowering and Withering) wordt zijn jeugd en de oprichting van- en eerste periode bij Apple beschreven.
Het tweede deel (New Beginnings) bespreekt de ‘tussenperiode’ van zijn gedwongen vertrek bij Apple in 1985 de periode bij NeXT en Pixar en Disney tot zijn terugkeer bij Apple in 1996.
Het derde en laatste deel (Defining the Future) gaat dieper in op de hervormingen die Jobs tot stand bracht bij Apple na zijn terugkeer en zijn complexe (vaak persoonlijke) relaties binnen Pixar, Disney en de muziekindustrie. Dit deel omvat ook de periode van grote triomfen bij Apple, zoals de introductie van de iMac, de iPod en de iTunes Music Store. Het boek wordt afgesloten met de MacWorld Expo in San Francisco in januari 2005 (en bespreekt dus nog niet de recente Apple-successen zoals de iPhone en iPad).
iCon
De titel van het boek is dubbelzinnig. ‘iCon’ verwijst uiteraard naar het woord Ikoon, maar ‘con’ is in het Engels ook slang voor zoiets als een zwendelaar of leugenaar. Dat de nadruk van het boek voor een groot deel op deze tweede betekenis steunt, wordt direct in de eerste hoofdstukken duidelijk. De jonge Steve Jobs (11 jaar) dwingt zijn adoptie-ouders te verhuizen, omdat zijn huidige school hem niet aanstaat. “‘He said he just wouldn’t go back [to that school]’, recalled Paul Jobs. ‘So we moved’.” Al op jonge leeftijd demonstreert Steve Jobs daarmee de intensiteit en wilskracht die later zo kenmerkend voor hem zouden worden.
Een paar jaar later werkt hij samen met Steve Wozniak (‘Woz’) met wie hij later Apple zou oprichten aan het spelletje Break-Out voor Atari computers. Steve Jobs heeft het niet zo op programmeren, en laat dit over aan Woz. Na het opleveren van het spel ontvangt Jobs van Nolan Bushnell (de oprichter van Atari) de afgesproken $1000,- voor het werk. Tegen Woz heeft hij echter verteld dat ze de klus voor $600,- hadden aangenomen. Vervolgens geeft hij Woz zijn ‘helft’ van dat bedrag, $300,-. Zo houdt Jobs $700,- over aan de klus die Woz vrijwel in zijn eentje heeft uitgevoerd.
Tevens ontkent hij jarenlang dat hij de vader is van zijn dochter Lisa en hij draagt geen cent bij aan haar opvoeding. De eerste hoofdstukken laten hiermee overduidelijk zien dat Steve Jobs niet bepaald bekend staat om zijn warme omgangsvormen.
Ook zakelijk gezien laat Jobs zich weinig gelegen liggen aan het protocol. In zijn eerste periode als directielid van Apple vliegt hij op een gegeven moment naar Japan voor een ontmoeting met de board van Epson (een grote printerfabrikant). De vergadering is net begonnen. De voorzitter van de raad van bestuur neemt het woord en zal hoogstpersoonlijk de productpresentatie geven. Hij is minder dan een minuut aan het woord als Jobs hem interrumpeert. “Steve turned to the president of the company and said, ‘This is shit. Don’t you have anything good?’ And with that, he marched out.”
Met deze manier van zakendoen is het geen wonder dat hij niet te handhaven is in de raad van bestuur van Apple, het bedrijf dat hij zelf heeft opgericht. De manier waarop hem door John Sculley de wacht wordt aangezegd wordt uitvoerig uit de doeken gedaan, alsmede de wijze waarop Steve vervolgens creatief met de waarheid omgaat om een paar van de beste ingenieurs bij Apple los te peuteren waarmee hij vervolgens NeXT Computer start, een bedrijf dat een regelrechte concurrent van Apple wordt en in dezelfde markten opereert (‘Ach, ik wil een klein computerbedrijfje starten met een paar vrienden. Wat kunnen zes jongens in een spijkerbroek nou beginnen tegen een miljardenbedrijf als Apple?’).
Successen
Toch is het boek niet geschreven om Steve Jobs af te kraken. Er is ruimschoots aandacht voor de successen die hij – ook in zijn vroege periode- al weet te realiseren. De Apple II, de introductie van de Macintosh (met de fameuze 1984-commercial, geregisseerd door Riddley Scott) en de overname van Pixar van George –Star Wars- Lucas die op dat moment geld nodig had om zijn scheiding te bekostigen (maar niet nadat Jobs het overnamebedrag omlaag heeft onderhandeld van 30 miljoen naar 10 miljoen dollar).
Dan toont Jobs zijn volhardende aard. Zelfs als Pixar als bedrijf al lang is afgeschreven, blijft Jobs er in geloven. In de loop der jaren pompt hij 30 tot 50 miljoen dollar aan eigen geld in Pixar (geld dat hij had overgehouden aan zijn vertrek bij Apple) om realisatie van de eerste avondvullende, geheel door computers geanimeerde speelfilm (Toy Story) mogelijk te maken. Het tekent het zakeninstinct van Jobs dat hij de beursgang van Pixar heeft gepland na het openingsweekend van Toy Story om zo maximale -gratis- publiciteit te genereren. De rest is geschiedenis. Elke volgende Pixar film (waaronder Cars, Finding Nemo en The Incredibles) levert meer geld op dan de voorgaande.
Het tekent ook de mentaliteit van Jobs dat hij door deze beursgang miljardair wordt, terwijl de medewerkers van Pixar die volledig overwerkt, uitgeknepen en afgebeuld zijn, geen extra aandelen- of optiepakketten tegemoet kunnen zien. ‘Waarom zou ik dat doen? Toen ze in dienst kwamen, wisten ze welk salaris ze zouden verdienen.’
Terug bij Apple
In 1996 wordt Jobs bij Apple teruggehaald om het zinkende schip te redden. “Hij was de enige die het Apple-DNA in zijn bloed had en het bedrijf weer tot een succes zou kunnen maken”, aldus toenmalig CEO Gil Amelio (die enkele maanden later door Jobs persoonlijk gewipt zou worden). Hiermee begint de successtory van Jobs’ recente geschiedenis, met de introductie van de iMac, de iTunes Music Store en de iPod. Vandaar ook de ondertitel van het boek, ‘the greatest second act in the history of business’. Tot in detail wordt beschreven hoe de levensovertuiging van Jobs (hij is onder meer Zen-boeddhist en verzot op muziek) bijdraagt in de totstandkoming van de producten.
Het boek gaat daarbij soms wel erg ver in het beschrijven van zijpaden die niet allemaal even belangrijk zijn, zoals de ontwikkelingen rondom Napster, de ruzies van Jobs met Disney-baas Michael Eisner en bedrijven die technologie voor het ontwikkelen van de eerste iTunes en iPod hebben geleverd. Hierin hadden de auteurs zich wat meer tot de hoofdlijnen mogen beperken. Als complete geschiedschrijving is het echter zeer waardevol.
Over de auteurs
Jeffrey Young en Bill Simon zijn ervaren auteurs (o.a. van MacWorld Magazine) die Steve Jobs al sinds 1983 talloze malen gesproken en geïnterviewd hebben. Veel informatie in het boek komt dan ook uit de eerste hand. Ze hebben Jobs ook gevraagd mee te werken aan het boek, maar die weigerde dit. In een van de hoofdstukken beschrijven ze hoe Jobs achterdocht koestert tegen iedereen die met woorden schrijven (oftewel: journalisten, de media) zijn geld verdient. Vandaar dat de biografie het predicaat ‘ongeautoriseerd’ draagt.
In het laatste hoofdstuk blijkt pijnlijk dat zij zelf niet over de vooruitziende blik beschikken die ze Jobs (“People don’t know what they want, until you show it to them”) toedichten. Ze sluiten het boek af door te beschrijven wat volgens hen het volgende grote doel is van Apple. Op de MacWorld Expo van 2005 heeft Steve Jobs zojuist de Mac Mini en een serie Mac-servers geïntroduceerd. Apple staat volgens hen op het punt de hegemonie van Bill Gates en de Windows-desktop te doorbreken en laaiend enthousiast beschrijven ze hoe het publiek in gejuich en applaus uitbarst.
Dat is met de kennis van toen misschien een plausibele aanname, maar inmiddels weten we hoe het deze producten is vergaan. De Mac Mini leidt anno 2011 een zieltogend bestaan, terwijl de Mac-serverlijn onlangs helemaal is opgedoekt. Niet alles wat Jobs aanraakt veranderd in goud. Ook wordt mijns inziens (te) weinig aandacht geschonken aan de mislukkingen van Apple na de terugkeer van Jobs, die er ook zeker zijn geweest (denk aan de iMac ‘lamp’, de Mac G4 Cube en de eerste versies van Mac OS X). Ook de eerst ziekteperiode van Jobs (alvleesklierkanker) in 2003 wordt maar kort aangestipt, terwijl dat natuurlijk een cruciaal moment is – en ook toen al was.
Van een uitgebalanceerd portret van Jobs in de eerste delen verandert het boek de laatste hoofdstukken daarom iets te veel in een ‘kijk-eens-wat-een-succes’-verhaal. De balans raakt hier een beetje zoek.
Het wordt de auteurs vergeven. Zij konden onmogelijk weten welke revoluties Jobs ook na de iPod nog zou ontketenen (iPhone, App Store, iPad!). Het laat maar weer eens zien hoe vreselijk moeilijk het is om neutraal te blijven bij het beschrijven van een dusdanig charismatische en betoverende persoonlijkheid als Steve Jobs.
Conclusie
Terugkijkend is het bijna niet te geloven dat Jobs sinds het einde van dit boek in 2005, na de computerindustrie en de muziekindustrie ook nog de telefoonindustrie volledig op zijn kop zou zetten; dat hij de manier waarop we software kopen als kleine, handzame apps die maar enkele dollars of euro’s kosten zou hervormen en dat hij zelfs een heel nieuw landschap voor tablet-computers zou definiëren. Het is te hopen dat er ooit nog een herziene versie van dit boek komt waarin deze ontwikkelingen ook zijn meegenomen.
Desalniettemin biedt iCon ook in zijn huidige vorm een fascinerend kijkje achter de schermen, ja zelfs tot int de ziel van Steve Jobs. De auteurs zijn er uitstekend in geslaagd een complexe persoonlijkheid te schetsen en laten het onthutsend beeld na van een man die je in het dagelijks leven waarschijnlijk als ‘een klootzak’ zou kenmerken, als het iemand anders dan Steve Jobs zou zijn. Maar ook het genie van Jobs de zakenman, de controlfreak en de charismatische communicator wordt treffend geïllustreerd.
Daarom: Steve Jobs – een geniale klootzak.
Mijn oordeel: 4/5.
Bestellen
iCon Steve Jobs - The Greatest Second ACT in the History of Business
Auteur: Jeffrey S. Young & William L. Simon
Engels – Hardcover
368 pagina's | John Wiley and Sons Ltd | mei 2005
EUR 19,99 (hardcover), EUR 12,99 (paperback)
Peter Kassenaar
-- 18 maart 2011