Ik geef training in frontend tools en stacks als HTML, JavaScript, TypeScript, React, Angular en Vue. Ik schrijf boeken en artikelen over tal van (ICT-) onderwerpen. Ik was lead developer en directeur bij Yindo - Jouw digitale bibliotheek. Je kunt mij volgen op Twitter(@PeterKassenaar).

In dit blog vind je persoonlijke artikelen, die niet noodzakelijk tech-gerelateerd zijn.

Views and expressions are my own.

Terug naar de algemene site.

09april

Vensters verplaatsen in Spaces van Mac OS X [video]

In een eerder blogbericht over tien pluspunten van Mac OS X schrijf ik dat de tool Spaces mij erg bevalt. Je kunt er als het ware virtuele desktops mee maken en zo je werkruimte enorm vergroten. Wat ik toen als 'verbeterpunt' aanmerkte was dat het in een volgende versie van Spaces mogelijk zou moeten zijn om vensters te verplaatsen tussen een space.

Wat blijkt nu echter: dat kan al lang!

Als je op het pictogram Spaces in het Dock klikt, verschijnt een miniatuuroverzicht van alle Spaces en de vensters die per Space aanwezig zijn. Het blijkt echter dat dit overzicht interactief is! Met andere woorden: je kunt in Space 1 een venster oppikken met je muis, en dit bijvoorbeeld naar Space 3 slepen. Dit komt mij enorm van pas. Nu kan ik namelijk mijn virtuele machines van VMWare verdelen over de verschillende spaces en elk van de virtuele machines fullscreen draaien. Waarom hebben jullie mij dat niet eerder verteld? :-).

Standaard draai ik meestal zowel Mac OS X en Windows XP tegelijk, maar daarnaast doe ik ook testwerk in Windows Vista en Linux. Die vensters hoeven nu dus niet meer over elkaar heen te liggen, maar draaien fijn elk in een eigen space. Handig!

Ik heb er even een korte video van gemaakt (02:08 min) met Jing, zodat je precies kunt zien wat ik bedoel (35 MB, het laden kan even duren!).

Let op: deze video is fullscreen opgenomen op mijn laptop, dat betekent een resolute van 1440x900. Anders zou de overzichtspagina van Spaces en het verslepen van vensters niet goed te zien zijn. En omdat Jing-video's naderhand niet meer te editen zijn (zoals ik hier al schreef), zul je het er even mee moeten doen :-). Als jouw monitor kleiner is, zul je mogelijk wat moeten schuiven om alles goed te kunnen zien, maar de hoofdlijnen zullen wel duidelijk zijn.

Ik hoop dat jullie er wat aan hebben,

Peter Kassenaar
-- 9 april 2008

29maart

Tien minpunten van Mac OS X – deel 1

In een eerder blogbericht heb ik tien pluspunten genoemd die het naar mijn idee zeker de moeite waard maken om Mac OS X te gebruiken. Is Mac OS dan perfect? Zijn er geen minpunten te noemen? Zeker niet. In dit bericht zet ik een aantal punten op een rijtje die naar mijn idee absoluut afbreuk doen aan het gebruiksgemak en de begrijpelijkheid van Mac OS X.

Omdat negatieve postings altijd meer reacties opleveren dan positieve, splits ik het in twee delen. Hierna vindt je -opnieuw in willekeurige volgorde- de eerste vijf minpunten die ik in mijn eerste weken met Mac OS tegen het lijf ben gelopen. In een volgende post vijf andere minpunten.

Opmerkingen of reacties? Maak het kenbaar door een commentaar toe te voegen. Dan kunnen ook andere overstappers hiervan profiteren.

1. Een duidelijk 'Begin hier'-punt ontbreekt

Een van de vaste onderdelen waar anti-Windows fanaten altijd over schamperen is de Start-knop. Toch is dit destijds (In Windows 95) vanuit usability-oogpunt een gouden greep geweest. Voor het eerst kreeg een computer user interface een duidelijke trigger: 'Klik op mij, hier moet je beginnen. Start hier'. Ook andere desktopmanagers zoals KDE en Gnome voor Linux hebben sindsdien het principe van de Start-knop overgenomen.

In Mac OS ontbreekt dit. Voor newbies is dit lastig. Want waar moet je dan beginnen? Wat is het vaste ijkpunt waarop je altijd kunt terugvallen?  Na het [voor de eerste keer] starten van Mac OS zijn er vier mogelijke ingangen:

  • Het venster Programma's dat automatisch geopend wordt
  • Het pictogram van de vaste schijf Macintosh HD
  • De Dock
  • De menubalk van Finder

Dat zijn (te) veel keuzes. Hoewel er tal van opties zijn om te beginnen, is het ontbreken van één duidelijk startpunt zeker een gemis. Natuurlijk, het is makkelijk om te zeggen 'dat moet iedereen dus lekker zelf weten, keuze genoeg!', maar dat is een dooddoener. Ooit eens in een Amerikaanse supermarkt geweest? Daar ligt ruim vijftig meter verschillende chips op je te wachten. Te veel keuze is niet altijd beter, of makkelijker. En in het geval van Mac OS doet het me een beetje denken aan de aloude tijd van Windows 3.1, met het venster Programmabeheer.

Ofschoon Mac-adepten dit als een knieval zullen beschouwen, zou ik er in een volgende versie van Mac OS zeker voor pleiten een [variant van] de knop Start te introduceren. Dat kan dan direct een ander groot minpunt verbeteren, namelijk:

2. De Dock

Ik weet niet precies wat Apple ooit met de Dock heeft bedoeld, maar als Windows-overstapper vermoed ik dat het een vervanging en/of uitbreiding is van de Windows Taakbalk. Dat is een prima idee, want de taakbalk van Windows kan een stuk beter. Maar de manier waarop de Apple Dock in Mac OS X Leopard werkt kan mij niet bekoren.

Ik ervaar er de volgende problemen mee.

  • Het is een onduidelijk mengelmoesje van geïnstalleerde programma's (maar niet allemaal) en geopende vensters en programma's (maar niet allemaal). Wat zijn de criteria hiervoor?
  • Als een venster wordt geminimaliseerd, wordt het met een fraaie boog in de Dock geplaatst. Maar niet-geminimaliseerde vensters staan niet in de Dock? Als een venster verscholen gaat achter andere vensters, hoe kan ik het dan snel selecteren? In Windows is de situatie tenminste duidelijk. Elk geopende venster, ongeacht zijn status, krijgt een knop in de taakbalk. Daar kun je op klikken, waarna het betreffende venster wordt geactiveerd. Simpel en doeltreffend.
  • De Dock is in twee delen gesplitst. Waar slaat dat op? Ja, ik weet uit de documentatie dat je aan de rechterkant stacks kunt maken. Maar waarom? Stacks zijn in principe statische items. Maar ook vensters die ik minimaliseer –dynamische items!- komen aan de rechterkant te staan. It just doesn't make sense.
  • Nog erger: als je veel programma's hebt – te veel om allemaal op de Dock te plaatsen, omdat deze dan te breed wordt – adviseert Apple zelf nota bene om dan maar een Stack te maken van de map Programma's. Hoe verzin je het.
  • Als alle vensters van een programma gesloten zijn, kan het programma toch nog geopend zijn! Dit is te zien aan een minuscuul lichtpuntje onder het programmapictogram in de Dock. Maar als je het vervolgens activeert door er op te klikken, gebeurt er niets. Er is immers geen venster meer geopend (jaja, ik weet inmiddels ook wel dat je dan met Command+N een nieuw venster kunt openen. Maar dit is niet vanzelfsprekend voor beginners. Die zien heus niet dat in de menubalk bovenin plots de opschriften van het betreffende programma verschijnen, omdat hun blik onderin op de Dock is gericht). Waarom het niet simpel houden? Zodra het laatste venster van een applicatie wordt gesloten, wordt de applicatie beëindigd. En als je het programma opnieuw wilt starten, dan klik je weer op het pictogram in de Dock.

Hoe dan wel?

In Windows gebruik ik het programma ObjectDock van de firma StarDock. Dit is wat mij betreft een perfecte combinatie van de (saaie, maar functionele) Windows taakbalk en de dynamische en gebruikersvriendelijke –want makkelijk aan te klikken pictogrammen- van Mac OS X. De geregistreerde versie van ObjectDock biedt bovendien de optie om diverse tabs te maken met bijvoorbeeld Office-programma's, Adobe-programma's en zo verder.

Het Windows Startmenu vindt ik veel beter doordacht dan de Dock van Apple. Zeker in Windows Vista, waar de zoekfunctie in het startmenu is geïntegreerd. (als die zoekfunctie nou maar eens net zo snel en accuraat zou werken als Spotlight…).

3. Onduidelijke installatieprocedure programma's

Het installeren van nieuwe programma's onder Mac OS is soms eenvoudig, soms lastig. Dat is niet anders dan in Windows, maar ik had er meer van verwacht. De ene keer wordt een applicatie automatisch gestart en ook geïnstalleerd, de andere keer wordt een gedownloade toepassing als (virtueel?) schijfstation gemount en moet je de installatie procedure handmatig starten. En dat is iets dat ook nog niet altijd op dezelfde manier verloopt.

De ene keer kun je dubbelklikken op het applicatiepictogram, maar soms moet je het kennelijk installeren (zoals Firefox) door het applicatiepictogram naar de map Programma's te slepen? Moet je maar net weten. Ik had eerst Firefox na het downloaden kennelijk alleen maar gestart door er op te dubbelklikken. Niet geïnstalleerd. De volgende keer dat ik FF wilde openen was het programma nergens te bekennen…

Het zou goed zijn als Apple hier hardere richtlijnen voor zou uitvaardigen om het installeren van toepassingen voor newsbies nog makkelijker te maken. Kijk bijvoorbeeld eens naar de manier waarop dit als One-Click-Install in de Linux distributie OpenSUSE is geregeld. Hier kunnen zowel Microsoft als Apple een voorbeeld aan nemen.

De installatiewijze van Microsoft Office voor Mac daarentegen is wel duidelijk aangegeven. Zo kan het dus ook. Alleen jammer dat het afhankelijk is van de individuele fabrikant.

4. Mappen en bestanden door elkaar

Langzamerhand komen we aan de wat 'kleinere' minpunten. Dit zijn in elk geval een aantal zwakheden die ik lastig vind, maar die ik niet onder de categorie Hopeloos zou willen scharen.

Zo staan in Finder bijvoorbeeld de mappen en bestanden helemaal door elkaar. Tenminste, dat lijkt zo. In werkelijkheid staan ze op strikt alfabetische volgorde, ongeacht of het een map of bestand betreft. Ik ben gewend uit Windows (en de meeste Linux-distro's) dat eerst alle (sub)mappen in een map op alfabetische volgorde worden getoond en daarna alle bestanden op alfabetische volgorde. Ik vind dat handig. Dan wordt namelijk zowel een sortering op fundamenteel verschil (map versus bestand) bereikt als een logische volgorde (A-Z, per categorie).

In Mac OS wordt kennelijk alleen de alfabetische volgorde aangehouden. Jammer. Als iemand een manier weet om dit aan te passen, kun je het laten weten? Bedankt!

5. Geen geïntegreerde ontwikkelomgeving

Er zijn miljoenen en miljoenen programma's beschikbaar voor Windows. Er zijn enkele honderdduizenden programma's beschikbaar voor Mac OS (let op hè: dit zegt alleen iets over de kwantiteit , niet over de kwaliteit) . Hoe kan dit?

Volgens mij komt dit voor een groot deel omdat Microsoft al sinds jaar en dag goede ontwikkeltools ter beschikking stelt aan de programmeursgemeenschap en Apple hierin sterk achterblijft.

Tientallen jaren werkte ik achtereenvolgens met GWBasic (1988) QuickBasic, Visual Basic voor DOS en Windows, Visual C, Visual InterDev, Visual Studio 97, -2003, -2005 en nu Visual Studio 2008. Hiermee kun je als ontwikkelaar alles wat je op het Microsoft-platform wilt. Webapplicaties, desktopapplicaties, mobiele toepassingen, gedistribueerde toepassingen, noem maar op.

Wat is er voor Apple beschikbaar?

AppleScript. Automator.

Tja.

Simpel gezegd: als je een beetje kaas hebt gegeten van programmeren is het erg makkelijk om na een middagje cursus een eigen Windows-programma te maken en op je eigen website te zetten waarna iedereen het kan downloaden en verder distribueren.

Voor Mac is het toch allemaal een beetje karig. Macro-achtig. Het wordt de enthousiasteling en hobbyist niet eenvoudig gemaakt om eigen Mac-programmaatjes te maken. Tenminste niet zoals dat heel simpel –maar toch compleet- kan met de gratis programma's van Microsoft zoals Visual Studio Express Edition met Visual Basic en C en Visual Web Developer Express Edition voor webapplicaties. Ik mis een duidelijke, algemeen beschikbare geïntegreerde ontwikkelomgeving (designing, developing, testing, debugging, deployment) voor Apple. Wat mij betreft zou dit net zo prominent moeten worden gepropageerd als de iLife '08-bundel. Moet je eens zien wat het Mac OS-platform dan aan momentum en slagkracht zou winnen!

[update:] Tijdens het schrijven van dit artikel ontdekte ik developer.apple.com. Dat ziet er veelbelovend uit. De tools lijke beschikbaar te zijn. Maar het wordt tegelijkertijd maar slecht onder de aandacht gebracht. Ik krijg er in elk geval niet echt direct een warm gevoel bij.

Apple, ik wil graag voor jullie programmeren, maar hoe?!

Conclusie

Hoewel ik graag met mijn MacBook Pro werk, zijn er toch veel dingen die naar mijn idee beter kunnen in Mac OS. In dit artikel noemde ik er al vast vijf. Ik hoop dat ze worden opgepikt en in een volgende versie van Mac OS worden verwerkt. In een volgend blogbericht zet ik de volgende vijf minpunten op een rij. En nee, daar heb ik niet heel lang over hoeven na te denken :-).

Opmerkingen? Tips? Laat het weten en schrijf een commentaar. 

Peter Kassenaar
-- 29 maart 2008

   

   

20maart

Fireworks of Photoshop?

Toevallig ontving ik de afgelopen week drie e-mailberichten van verschillende personen met min of meer dezelfde strekking. Ze stelden allemaal de vraag die ongeveer op het volgende neerkwam:

"Ik moet een keuze maken tussen Fireworks CS3 en Photoshop CS3.
Welke kunt u aanraden. Het gaat om webdesign."

En in twee van de drie gevallen werd daarbij aangegeven dat ook samengewerkt moest kunnen worden met Dreamweaver en Flash. Nu is dat laatste bij geen enkele van de Adobe-toepassingen nog een knelpunt. Alle voormalige Macromedia-producten beschikken inmiddels over uitstekende Photoshop-importfilters. In Flash en Fireworks blijven ook laageffecten, kleuren, transparanties, verlopen en filters intact.

Overwegingen

In alle gevallen heb ik ongeveer het volgende antwoord gegeven. Dit is lang niet een uitputtend overzicht van de kenmerken en/of verschillen tussen Fireworks en Photoshop, maar het geeft wel enkele aanknopingspunten waarmee je rekening kunt houden als je zelf ook deze keuze moet maken.

  • Wat moet je ontwerpen? - Maak je vooral (statische) afbeeldingen, foto's en artwork voor websites, dan kun je het beste Photoshop kiezen. Dit programma staat daarin op eenzame hoogte.
  • Webelementen? - Maak je vooral websiteontwerpen, grafische layouts, knoppen en menu's en dergelijke? Oftewel, bestaat jouw taak uit het ontwerpen van interactieve elementen voor websites, kies dan Fireworks. Hierin in Fireworks CS3 echt heel sterk, terwijl de basisbewerkingsmogelijkheden voor foto's bijna niet onderdoen voor Photoshop.
  • Waar heb je al ervaring mee? - Als je al gewend bent te werken met vectortekenpakketten zoals bijvoorbeeld CorelDraw of Illustrator, dan zal Fireworks je waarschijnlijk beter passen. Er zijn erg makkelijk en goede vectortekengereedschappen voor beschikbaar.
    Als je evenwel veel gewend bent te werken met fotobewerkingsprogrammatuur (pixelbewerking), dan ligt Photoshop meer voor de hand.
  • In welke taal wil je werken?  - Als je niet erg bekend bent met de Engelstalige termen voor beeldbewerking, dan ligt het gebruik van Photohop meer voor de hand. Dit programma is vertaald in het Nederlands en er zijn vele Nederlandstalige Photoshop-websites en magazines. Fireworks is uitsluitend in het Engels verkrijgbaar. En zal ook niet worden vertaald, volgens mijn contacten bij Adobe.

Er zijn nog tal van andere overwegingen, maar dit zijn de belangrijkste naar mijn idee. Op de productpagina's van de beide programma's bij Adobe kun je eenvoudig pdf-productsheets vinden waarin alles op een rijtje staat.

Fireworks tutorials

En alsof het toeval een handje wilde helpen bij het schrijven van dit blogbericht, zag ik vanochtend dat op de site van Smashing Magazine (tip!) een complete pagina was verschrenen met Fireworks Tutorials en downloads. Uiteraard allemaal Engelstalig.

Adobe Fireworks Tutorials and Downloads - Best of

Smashing Magazine

Als je meer Nederlandstalige informatie over Fireworks CS3 zoekt, dan kun je -beperkt- terecht op de site van Adobe, of lees Het Complete Boek Adobe Creative Suite 3 Web Edition. Hierin is een compleet deel gewijd aan het werken met Fireworks CS3.

 

Peter Kassenaar
-- 19 maart 2008

17maart

Licentiebeleid Adobe hindert creativiteit

Op mijn nieuwe MacBook Pro wilde ik afgelopen weekend mijn Adobe CS3-software installeren. Nu heb ik bij aanschaf destijds alleen een Windows-dvd ontvangen, maar dat zou toch geen probleem zijn? Even de Mac-versies downloaden vanaf Adobe.com, registratiesleutel invullen en draaien maar. Maar nee. Forget it. De slogan "Creative License – Take as much as you want" op de homepage van Adobe komt nu even een beetje wrang over…

Eula

Voor een bedrijf dat er prat op gaat creativiteit boven alles voorrang te geven bij haar gebruikers, houdt Adobe er een merkwaardig licentiebeleid op na. Want ofschoon ze al hun grote producten (Photoshop, Dreamweaver, Flash, Indesign, Acrobat enzovoort) zowel geschikt hebben gemaakt voor gebruik op Windows-pc's als op Macintosh-computers, mag je het product maar op één platform installeren.

Het is ronduit vreemd dat de licentievoorwaarden wel toestaan dat je twee kopieën van het product installeert (bijvoorbeeld op een computer thuis en op het werk, of op een laptop), zolang je ze maar niet op hetzelfde moment gebruikt. Ook het activeringsproces gaat dan prima. Tegelijkertijd wordt het echter niet toegestaan om één versie van (bijvoorbeeld) Dreamweaver op een Windows-computer en eenzelfde versie op een Macintosh te installeren. Artikel 3, lid k) van de End User License Agreement omschrijft dit als volgt:

" 3. License Restrictions
(…)
(k)    You may receive the Software in more than one platform but you shall only install or use one platform."

Met andere woorden: heb je de Windows-versie van Dreamweaver gekocht, en wil je onderweg, op school of op je werk graag op een Mac werken? Afrekenen graag! Je wordt geacht voor het volledige bedrag een nieuwe versie te kopen. Ook al is de eerste versie maar één keer geïnstalleerd en geactiveerd. Niet alleen voelt dit alsof je belazerd wordt, het hindert ook daadwerkelijk de creativiteit.

Twee keer betalen?

Want wie wil er nu twee keer betalen voor hetzelfde product? Ikzelf in elk geval niet. In de praktijk komt het er dus op neer dat ik niet voor € 570,- een nieuwe Dreamwever-licentie koop voor gebruik op mijn Mac. Maar in plaats daarvan koop ik liever voor € 60,- een VMWare Fusion of Parallels Desktop-licentie en gebruik ik noodgedwongen mijn Windows-versies. Op die manier kan ik – geheel legaal – mijn tweede kopie van Dreamweaver voor Windows installeren en activeren. Mijn creativiteit en productiviteit gaan dan echter met sprongen achteruit:

  • Ik blijf achter met een mindere gebruikerservaring, want ik moet immers noodgedwongen Windows-software op een Mac inzetten.
  • Ik krijg mindere prestaties, want het programma draait in een virtuele computer, hetgeen nooit zo vloeiend verloopt als een rechtstreekse installatie.
  • Het uitwisselen van assets zoals afbeeldingen, Flash-bestanden, pdf's enzovoort verloopt omslachtig via het importeren van en naar de virtuele computer.

Nu valt het met de prestatiefactor in Dreamweaver waarschijnlijk nog mee, omdat dit niet een super-topzware toepassing is. De prestaties zullen in Fusion of Parallels waarschijnlijk wel acceptabel zijn. Anders ligt het voor bijvoorbeeld Photoshop en zeker voor videobewerking met Premiere Pro. Graag zou ik met mijn MacBook video's bewerken met Premiere. Maar het installeren van Premiere in een virtuele machine hoef ik waarschijnlijk niet eens te proberen. Als het herkennen van de camera via de emulatiesoftware al goed gaat, dan bijt het programma waarschijnlijk zijn tanden stuk op het renderen van de effecten, titels en overgangen.

Ik zou dus feitelijk Premiere Pro CS3 opnieuw moeten kopen, a raison van € 1010,- om het rechtstreeks op mijn Mac te kunnen gebruiken. Welnu, daarvoor moet ik heel wat filmpjes schieten, monteren en verkopen, om dat rendabel te maken. Dat gebeurt dus niet. Exit Premiere op mijn Mac, exit creativiteit.

Oplossing

En dat terwijl de oplossing zo simpel is: laat het softwareactiveringsproces van Adobe gewoon kijken naar het aantal keer dat een bepaalde registratiesleutel wordt gebruikt, ongeacht het platform. Wordt een pakket meer dan twee keer geactiveerd? Jammer dan, dat is niet toegestaan. Maar het eenmalig activeren van software op Windows en een andere keer op Mac, of twee keer Mac en twee keer Windows zou gewoon toegestaan moeten zijn. Want hier houd ik –als oprechte liefhebber van Adobe-software – wel een heel nare smaak in mijn mond aan over.

Peter Kassenaar.
16 maart 2008

06maart

Automatische software-updates in Mac OS X

In mijn mini-serie over het werken met de MacBook Pro zijn inmiddels de volgende berichten verschenen:

Hiermee is de koek echter nog niet op, want toen ik de videocamera na het opnemen van de vorige filmpjes zo'n beetje wilde opruimen, viel mijn oog op een stuiterend pictogram in de Dock. Het bleek dat Software Updates zichzelf automatisch had gestart. Dit lijkt qua functionaliteit kennelijk enorm op de functie Windows Update. De functie houdt voor de geïnstalleerde programmatuur bij of er nog nieuwe versies of updates zijn verschenen. Je kunt vervolgens kiezen of je deze wilt installeren of niet. De installatie kan daarna automatisch plaatsvinden, maar je kunt ook Details bekijken en er voor kiezen sommige onderdelen (nog) niet te installeren. Ik heb de camera daarom nog even laten lopen en je kunt even over mijn schouder meekijken.

Het werken met Software Updates spreekt eigenlijk voor zich, maar de video geeft toch een goed inzicht in hoe dit in zijn werk gaat en welke keuzes er mogelijk zijn. Zoals ook de andere filmpjes heb ik dit clipje geïmporteerd in iMovie en daar bewerkt. Veel plezier er mee,

Video extern bekijken bij YouTube.(02:55)

Peter Kassenaar
-- 6 maart 2008

27februari

Martin Tirion - User Experience Evangelist

Martin TirionVorige week bezocht ik de Microsoft MSDN InTrack sessie die was gewijd aan User Experience en Silverlight. De presentatie werd verzorgd door Robert Kuunders van Opatel opleidingen. Een inhoudelijk verslag van deze sessie lees je op het Microsoft User Experience Blog.

Ik sprak daar met Martin Tirion van Microsoft. Hij voert nu ongeveer anderhalf jaar de toevoeging 'User Experience Evangelist' op zijn kaartje. Omdat dit natuurlijk een intrigerende titel is, stelde ik hem de volgende vragen.

Een User Experience Evangelist, wat is dat? "Nou, de primaire taak van een evangelist is het enthousiast maken van gebruikers voor een product of dienst. Mijn functie is geen sales-functie. Ik hoef geen omzet te draaien. Mensen moeten vooral bekend raken met, en enthousiast worden voor het begrip User Experience.

"In mijn geval probeer ik vooral het aandachtsgebied gebruikerservaring uit te dragen. Bij Microsoft vinden we dat op het gebied van gebruikersvriendelijke applicaties niet alleen meer de tools centraal moeten staan waarmee die applicaties gebouwd worden, maar dat vooral de eindgebruiker centraal moet staan. Daarom is mijn functie ook omschreven als 'User Experience Evangelist', niet 'Design Evangelist'."

"Wij proberen ontwikkelaars vooral gereedschappen te bieden waarmee ze applicaties kunnen bouwen die rijke gebruikerservaringen kunnen creeëren bij de eindgebruikers. En omdat het gebied User Experience, of kortweg UX nog tamelijk onbekend is, is een belangrijk deel van mijn werk natuurlijk ook gelegen in het uitleggen van deze begrippen aan onze klanten. Ik zorg er voor dat het begrip 'gebruikerservaring' meer bekend wordt bij zowel ontwikkelaars als beslissers."

Waaruit bestaat jouw werk dan zoal? "Tja, dat bestaat momenteel vooral uit praten. Praten met web agencies, designbureaus, mediabureaus en media-afdelingen van grotere bedrijven. Microsoft is van oudsher natuurlijk vooral bekend als leverancier van ontwikkeltools zoals Visual Studio, de diverse programmeertalen, SQL Server en overige servers. Het aandachtsgebied Design is een nieuw speerpunt binnen Microsoft. Ik leg uit wat de visie van Microsoft is op het vakgebied Design en met welke nieuwe Microsoft-designtools we de brug proberen te slaan tussen de traditionele programmeur - zeg maar, de 'nerd'  - en de traditionele designer, de artistiekeling."

Oh,en welke producten zijn dat dan? "Dat zijn de producten uit de nieuwe Expression-reeks. Expression Web voor het maken van websites die aan de nieuwste webstandaarden voldoen, Expression Design voor het ontwerpen van vectortekeningen, Expression Blend voor het maken van animaties en Silverlight-projecten en en slotte Expression Media waarin een encoder is opgenomen om allerlei soorten media om te zetten naar het Silverlight-mediaformaat."

Goed, nog een serie nieuwe designproducten. Maar wat is hiervan de technische meerwaarde? "Het voordeel van al deze producten is dat ze aan de ene kant een bekende grafische interface bieden waar designers snel mee uit de voeten kunnen. Aan de andere kant wordt het resultaat van al deze tools opgeslagen als XAML, hetgeen enorm veel voordelen heeft. Je kunt projecten als platte tekst uitwisselen, het is immers een gewoon XML-bestand. Maar je kunt er als programmeur ook heel snel mee uit de voeten, omdat XAML eenvoudig kan worden geintegreerd in je bestaande Visual Studio projecten. Zo kun je er snel tegenaan kunt programmeren, via de taal die je al kent. "

Maar designbureaus zitten er toch niet op te wachten om massaal over te stappen op XAML? "Nee, dat is waar, daarom opereer ik ook met een pragmatische insteek. Het zou mooi zijn als iedereen zijn projecten als XAML zou ontwikkelen en opslaan, maar dat is niet realistisch. In de praktijk wordt natuurlijk enorm veel gewerkt met Photoshop psd-bestanden en bijvoorbeeld Adobe Illustrator ai-bestanden. Deze kunnen in de Expression tools dan ook probleemloos geimporteerd worden en verder worden verwerkt binnen een applicatie. Zo proberen we opnieuw een brug te slaan tussen de bestaande praktijk van de designer en de ontwikkelaar die bekend is met Microsoft-programmeertalen."

Gratis Silverlight- en Expression trainings-dvd aanvragen

Stel dat iemand bekend wil raken met de Expression-tools. Welke tips heb je dan voor hem of haar? "Van alle tools uit de Expression reeks zijn probeerversies verkrijgbaar. Deze kun je gratis downloaden vanaf de algemene site www.microsoft.nl/expression. Bovendien kun je er een gratis trainings-dvd aanvragen. Hierop staan allerlei instructievideo's en hands-on-Labs voor de Expression-producten, maar ook voor Windows Presentation Foundation (WPF) en Silverlight. Deze kun je dan direct uitproberen."

Nuttige links

26februari

Statische kaarten met Google Maps

Op steeds meer websites zie je kaarten opduiken die afkomstig zijn van Google Maps. Dit is niet zo verwonderlijk, want Google stelt de code die nodig is om kaartjes in een webpagina op te nemen gratis beschikbaar via de Google Maps API.

Met enkele regels HTML en JavaScript kun je op deze manier snel een interactieve kaart in je webpagina opnemen die precies dezelfde functionaliteit bevat als de volledige versie van Google Maps: in- en uitzoomen, verschuiven, routes plannen, markeringen plaatsen en nog veel meer. Om hiermee te beginnen hoef je alleen een Google Maps API Key op te vragen. Zodra je deze hebt (gratis) kun je je eigen dynamische kaarten maken.

Statische kaarten

Soms is een dynamische kaart echter niet de beste oplossing. Dynamische kaarten met de Google Maps API worden gemaakt met behulp van JavaScript (niet altijd beschikbaar in browsers en/of mobiele telefoons) en het kan soms lang duren voordat de kaart geladen is, zeker bij tragere internetverbindingen. Er is aardig wat overhead vereist voor een dynamische kaart.

Kortom, als je gewoon even snel een kaartje in een pagina wilt plaatsen, is het gebruik van de Google Maps API al snel overkill.

Sinds kort biedt Google echter ook de optie om statische kaarten in je webpagina op te nemen. Deze bieden minder functionaliteit (niet scrollen, niet zoomen), maar laden razendsnel en zijn erg eenvoudig te maken. Hieronder zie je een voorbeeld van een statische Google Map met de locatie van ons kantoor in Doesburg.

Technische achtergronden

Bij een statische kaart kun je gewoon de algemene tag <img> invoegen in de pagina op de plaats waar de kaart moet komen. Het attribuut src=".." mce_src=".." laat je vervolgens verwijzen naar de coordinaten van de kaart, en met het attribuut key="..." geef je je persoonlijk Google Maps API Key op. De totale code voor een kaart zie er dan uit als

<img src="http://maps.google.com/staticmap?center=52.010877,6.137674&markers=52.010877,
6.137674,red&zoom=15&size=480x480&key=jouw_google_key" />

Hierin moet de tekst jouw_google_key natuurlijk worden vervangen door een echte Google Maps API Key. Deze is enkele tientallen tekens lang en ziet er bijvoorbeeld uit als ABQIACFDwlt31CnZMUVmUIoAlicZ0hSuTLwashVo9ZdMxpEBj (dit is een fake-key).

Een statische Google Map maken

Het proces om een statische Google Map te maken bestaat uit verschillende stappen.

  1. Maak een Google account op www.google.com/accounts/. Als je al een Google account hebt voor bijvoorbeeld Gmail of AdSense dan kun je deze accountgegevens gebruiken.
  2. Maak een persoonlijk Google Maps API Key op code.google.com/apis/maps/signup.html.
  3. Ga naar de wizard om een nieuwe statische kaart te maken. Dit is de speciale Google Static Maps Wizard
  4. Typ het adres in waarvoor u de kaart wilt maken en klik op Create Marker Here.
  5. Verander desgewenst de hoogte en breedte van de kaart. De maximale afmetingen zijn 512x512 pixels. Voor een kaart voor een mobiele telefoon geeft u bijvoorbeeld de afmetingen 176x240 op.
  6. Voer de URL van uw site in (dit moet dezelfde URL zijn als u in stap 2 hebt opgegeven, bij het maken van de Google Maps API Key) en klik op Generate Key.
  7. Kopieer en plak de code die wordt gegenereerd naar een <img>-tag in uw HTML-pagina.

Meer informatie

-- Peter Kassenaar
26 februari 2008

17februari

Dell XPS 1530 of MacBook Pro?

Al enige tijd ben ik mij aan het oriënteren op een nieuwe laptop. Het belangrijkste aspect daarbij is dat het vooral een ontwikkelaarsmachine moet zijn. De definitie van een 'ontwikkelaarsmachine' is niet lastig. Dat betekent gewoon 'hetzelfde als een games-machine, alleen is de grafische kaart wat minder van belang'. Oftewel: alles zo snel mogelijk (processor, geheugen) en zo groot mogelijk (vaste schijf, beeldscherm). Hij moet snel genoeg zijn om verschillende servers te kunnen draaien (SQL Server, Internet Information Server) en om zware ontwikkelaarsapplicaties als Visual Studio, Dreamweaver en Photoshop - liefst gelijktijdig - te kunnen draaien. Verder probeer ik te letten op zaken die voor mobiel gebruik van belang zijn: een laag gewicht en lange batterijduur.

Na zorgvuldige oriëntatie zijn er eigenlijk twee keuzes overgebleven: de Dell XPS 1530, of -misschien verrassend- de Apple Macbook Pro. Ik heb ze, ook voor mezelf, even op een rijtje gezet.

Dell XPS 1530

Voordelen

Nadelen

  • Bekend en vertrouwd
  • Degelijke, bewezen kwaliteit
  • Veel configuratiemogelijkheden
  • Goede prijs/kwaliteitverhouding
  • Magere maximale schermresolutie (1280x800) [update 18-02: Nu kun je kiezen, meer resoluties beschikbaar!]
  • Grote capaciteit batterij, maar eerder leeg, volgens de benchmarks
  • Kwetsbaarheid Windows
  • Tja, het is weer Degelijk & Saai...

Apple Macbook Pro

Voordelen

Nadelen

  • Fraai , zeer fraai design
  • Integratie van onderdelen van besturingssysteem
  • Vooralsnog minder kwetsbaar dan Windows-pc
  • Nieuwe leercurve, uitbreiding van mijn kennis
  • Hey, it's an Apple!
  • Minder configuratiemogelijkheden
  • Mindere prijs/kwaliteitverhouding (absurde  meerprijzen voor extra RAM, grotere vaste schijf)
  • Windows software (absoluut nodig voor mijn werk) draait alleen via emulatie
  • Nieuwe leercurve, verminderde productiviteit gedurende bepaald timeframe

Specificaties

Een plaatje en wat plus en minpunten zegt natuurlijk niet alles. Ook de harde cijfers zijn belangrijk. Ik heb in de online stores van de beide fabrikanten zoveel mogelijk dezelfde componenten geselecteerd om een goede vergelijking te kunnen maken.
 

Dell XPS 1530

Apple Macbook Pro

Processor

2,2 GHz Intel Core 2 Duo

2,2-GHz Intel Core 2 Duo

Geheugen

2 GB 667 DDR2 SDRAM - 2x1 GB

2 GB 667 DDR2 SDRAM - 2x1 GB

Beeldscherm

15,4-inch 1.440 x 900

15,4 inch – 1.440 x 900

Vaste schijf

SATA 250 GB (5400 rpm)

SATA 250 GB (5400 rpm)

Besturingssysteem

Windows Vista Business

Mac OS XLeopard 10.5

Grafische kaart

NVidia GeForce Go 8600M GT, 256 MB

NVidia GeForce Go 8600M GT, 256 MB

Verzendkosten

Gratis

Gratis

Gewicht

??

2,45 kg

Batterij

9-cel Li-ion 85 W/h

Li-ion 60 W/h

Prijs

EUR 1.087,- inclusief BTW

EUR 2.119,- inclusief BTW

Conclusie

Zoals is te zien, zijn beide machines vrijwel identiek te configureren, beide machines hebben daarnaast nog USB, Firewire, draadloos LAN, en een berg software waar je al dan niet op zit te wachten ('oh nee, alweer een 60-dagen versie van MacAfee virusscan voorgeinstalleerd'). De prijzen zijn volgens de website, op 18 februari 2008, inclusief de kortingen van dat moment (EUR 70,- in het geval van Dell en gratis verzendkosten). Dan blijkt de Apple in aanschaf ruim twee keer zo duur!

Als ik dus puur een financiële beslissing zou nemen, zou de keuze makkelijk zijn. Dan wordt het de Dell, zonder discussie. Maar het zou voor mijn werk ook handig zijn om sites en applicaties die ik ontwikkel alvast op het Apple-platform te kunnen testen. En zou de –vermeende?- hogere stabiliteit van Mac OS ten opzichte van Windows mijn productiviteit ten goede komen.

In elk geval is het beslismoment nog niet aangebroken, ik wacht eerst de nieuwe series Apple Macbook's af, want volgens de MacRumors Buyerguide is het nu (medio februari 2008) in elk geval leen slecht moment om een nieuwe MacBook te kopen.

Adviezen? Tips? Laat een commentaar achter.