Ik geef training in frontend tools en stacks als HTML, JavaScript, TypeScript, React, Angular en Vue. Ik schrijf boeken en artikelen over tal van (ICT-) onderwerpen. Ik was lead developer en directeur bij Yindo - Jouw digitale bibliotheek. Je kunt mij volgen op Twitter(@PeterKassenaar).

In dit blog vind je persoonlijke artikelen, die niet noodzakelijk tech-gerelateerd zijn.

Views and expressions are my own.

Terug naar de algemene site.

15november

Yindo in een HTML-jasje

YindoLogoSmallDe afgelopen maanden ben ik (samen met lead architect Michiel de Rond) druk bezig geweest met het realiseren van een volgende versie van Yindo – jouw digitale bibliotheek (lees meer over mijn rol binnen Yindo).

De eerste versie van Yindo was gebouwd rondom Microsoft Silverlight. Dit was destijds een goede keuze, maar het web is de afgelopen jaren sterk veranderd. Door de opkomst van tablets (iPad, Android tablets) en de verdergaande ontwikkeling van HTML5, CSS, JavaScript en frameworks als jQuery hebben plug-ins als Adobe Flash en Microsoft Silverlight sterk aan belang ingeboet. Sterker nog, op mobiele apparaten zijn deze plug-ins niet eens te gebruiken! Adobe heeft vorige week het einde van Flash voor mobiele apparaten aangekondigd en misschien is ook Silverlight 5 de laatste versie van deze invoegtoepassing.

Daarnaast rapporteerden Yindo-lezers af en toe problemen met de werking van de Silverlight-plugin en de vindbaarheid van informatie.

Deze zomer hebben we daarom besloten van Yindo een volledige HTML/CSS/JavaScript-toepassing te maken. In de rest van dit artikel lees je enkele (technische) achtergronden en belangrijke wijzigingen die we hebben doorgevoerd.

Homepage

Dit was de oude (Silverlight-)versie van de homepage:

Yindo_Silverlight

Hoewel dit er attractief uitzag met een duidelijk boek als blikvanger en fraaie animaties, was het toch onvoldoende om het groeiende aanbod van Yindo (nu ruim 1500 titels and counting) goed te ontsluiten. De categorieën en onderwerpen werden pas zichtbaar na het openen van een uitklapmenu. De zoekfunctie werkte soms niet. Het was lastig om in deze weergave snel de titel, auteur en andere eigenschappen van uitgaven te zien.

Dit is daarom de nieuwe homepage:

Yindo_html

In de nieuwe homepage zijn minder uitgaven tegelijk zichtbaar, maar is wel in één oogopslag te zien welke categorieën en onderwerpen beschikbaar zijn en hoeveel uitgaven binnen een categorie vallen. Het kiezen van een categorie toont direct de uitgaven en de belangrijkste aanvullende informatie (zoals auteur, uitgever en prijs) van een uitgave.

Met de pijlknoppen links en rechts van de boeken en/of met het muiswieltje worden de boeken in een carrousel getoond.

Andere kenmerken van de nieuwe homepage zijn:

Yindo_html_meer

De knop Meer bij een uitgave toont een uitgebreide beschrijving van het boek en knoppen om het boek direct op je boekenplank te plaatsen, te kopen als papieren uitgave, aan te schaffen in een abonnement (indien beschikbaar) en meer. Uiteraard hoef je alleen maar op de cover te klikken om direct te beginnen met lezen!

TIP 1: ook als de uitgave Meer geopend is, kun je gewoon naar links en rechts blijven scrollen en het muiswieltje gebruiken. De carrousel draait gewoon door.
TIP 2: klik op de naam van de auteur of de uitgever om meer uitgaven van die auteur (of uitgever) te openen.

Hoofdmenu

Yindo_html_main

In het hoofdmenu van Yindo is het opschrift op de knoppen gewijzigd. Start en Mijn Yindo zijn hetzelfde gebleven. Maar daarnaast staan nu veelgebruikte (en veelgevraagde) opties als Producten en Uitgaven. De knop Aanmelden/Afmelden is gelijk gebleven.

De volgorde van het servicemenu (met gebruikersnaam en de opties Wat is Yindo en Nieuws) is omgedraaid. Dit voorkomt dat de uitklapmenu’s snel – en vaak ten onrechte – worden geopend.

Ook nieuw is dat de menu-opties nu een groot uitklapmenu tonen (in web-termen: een mega-menu, of mega-dropdown). Hierin kun je snel teruggaan naar je laatstgelezen boek, of direct naar een bepaalde categorie springen (zonder de carroussel centraal op de pagina te gebruiken):

Yindo_html_myYindo

We wachten af hoe de reacties zijn en zullen dan deze menu’s nog uitbreiden of de inhoud aanpassen of herzien.

Techniek

Een klein kijkje achter de schermen. Je kunt deze paragraaf overslaan als je alleen wilt weten wat er nog meer vernieuwd is.

Op de homepage en alle andere pagina’s maken we intensiever gebruik van jQuery en AJAX-calls dan voorheen. Elke keer als een andere categorie, een andere auteur, uitgever of verwante uitgaven worden opgevraagd, stuurt de pagina een AJAX-call naar de Yindo-website. Dit voorkomt dat steeds de hele pagina opnieuw geladen moet worden met de nieuwe informatie en zorgt voor een betere responsiviteit en gebruikerservaring.

De call om bijvoorbeeld de nieuwste titels op te halen (via de hyperlink Nieuw onder de carrousel) ziet er bijvoorbeeld als volgt uit. De hyperlink staat in de code als

<a id="hlNewItems">Nieuw</a>

De jQuery-code om een muisklik op deze link af te vangen ziet er op deze manier uit:

// Top-15 nieuwste boeken ophalen
$('#hlNewItems').bind('click', function
() {
updateUI();
var methodName = YindoJS.bookServiceUrl + 'getNewBooks'
;
$.ajax({
contentType:
'application/json; charset=utf-8',
url: methodName,
success: onCompleteGetCenterInitItemCollection
});
});

Binnen de functie wordt eerst de functie updateUI() aangeroepen. Hiermee wordt de huidige carrousel gewist en wordt de indicator ‘een ogenblik geduld…’op het scherm getoond.

Daarna wordt de jQuery-functie $.ajax() gebruikt. De parameters hiervoor zijn de methode getNewBooks (die in de Yindo-webservice is gedefinieerd) en als callBack-functie is onCompleteGetCenterInitItemCollection aangegeven (OK, dat is niet bepaald de meest logische naam, maar vanuit backward compatibility-overwegingen moest deze nu eenmaal zo blijven:). AJAX-calls zijn asynchrone calls. Dit betekent dat de rest van het script gewoon uitgevoerd wordt, terwijl ondertussen het resultaat van de AJAX-call wordt afgewacht. De UI blijft responsief, er staat geen zandlopertje te draaien in de browser.

TIP 3: binnenkort stellen we een groot aantal functies uit de Yindo-bibliotheek ook beschikbaar via een publieke API. Dan kunnen ook andere websites nieuwe de uitgaven op Yindo tonen, zoeken in uitgaven, eventueel pagina’s laten zien, boekenplankjes aanbieden en meer. Stay tuned!

CallBack

De callbackfunctie wordt uitgevoerd zodra de webservice het resultaat retour geeft. Voor de duidelijkheid laat ik al mijn callback-functies in een script altijd beginnen met onComplete… en herhaal daarna vaak de naam van de oorspronkelijke functie. Zo is duidelijk welke callback-functie bij welke AJAX-call hoort.

Het resultaat van de webservice die de vijftien nieuwste boeken retourneert wordt in Yindo bijvoorbeeld op de volgende wijze verwerkt:

function onCompleteGetCenterInitItemCollection(result) {
// 0. progressIndicator weer verwijderen.
$('.progressIndicator'
).remove();
	// 1. resultaat globaal beschikbaar maken
YindoJS.centerItemCollection = result.d;

// 2. template binden
var carousselMarkup = '<div id="ca-container2" class="ca-container"><div class="ca-wrapper" id="ca-wrapper2">…</div></div>'
;
var items = $("#htmlShopItemsTemplate"
).tmpl(YindoJS.centerItemCollection);
$(
'#htmlShopContainer'
).append(carousselMarkup);
$(
"#ca-wrapper2"
).html(items);

// 3. Carousel maken van template
// Credits: CoDrops: http://tympanus.net/codrops/2011/08/16/circular-content-carousel/
$('#ca-container2'
).contentcarousel();

// 4. Het ISBN van de eerste titel opslaan in HTML5-localStorage om state te bewaren
//… nog meer code
//…
} // end onCompleteGetCenterInitItemCollection()

In totaal bevat de callBack-functie op deze manier 8 verschillende stappen. Niet in bovenstaande code getoond zijn stappen om de juiste koppelingen voor hyperlinks aan te haken voor auteurs en uitgevers, of een boek wel of niet in een abonnement beschikbaar is en meer.

Op vergelijkbare manier zijn in de nieuwe Yindo-versie honderden van dit soort jQuery-functies en callBacks geschreven. Er zijn webservicecalls voor voor vooruit/achteruit bladeren door boeken, springen naar een bepaald hoofdstuk, het maken en delen van bladwijzers, uitgaven op je boekenplank plaatsen en verwijderen, enzovoort. Kortom: vrijwel alle functionaliteit die voorheen door Silverlight werd uitgevoerd, is overgebracht naar non-intrusive HTML en JavaScript/jQuery.

Meer veranderingen – Mijn Yindo

Behalve de homepage is ook de pagina Mijn Yindo met je persoonlijke instellingen en je boekenplank nu helemaal uitgevoerd in HTML. Zo ziet hij er uit:

Yindo_html_bookshelf

Ook nu weer kun je met het muiswiel of met de pijlknoppen van links naar rechts door je boekenplank bladeren. Als je op een boek klikt (of dit nu in het midden staat of niet), wordt dit boek geopend in de reader en ga je verder met lezen waar je de vorige keer gebleven was. Als je een boek nog niet eerder hebt gelezen, begin je gewoon bij pagina 0 (de cover).

De knoppen rechtsboven zijn dynamisch en tonen de mogelijkheden die op dat moment beschikbaar zijn voor het centrale boek. De opties zijn:

  • Verwijderen – verwijder het boek van je boekenplank en verplaats hem naar Geschiedenis (onder in de pagina)
  • Kopen – Koop dit boek als papieren uitgave of als permanent boek op je boekenplank.
  • Kopen of verlengen – verleng de uitgave met één maand (gerekend vanaf de eigenlijke vervaldatum – in Yindo kun je veel uitgaven lenen/lezen voor 1 maand tegen een zeer aantrekkelijk tarief).

De boekenplank is ook nu een volledige HTML/CSS/JavaScript-module, terwijl vroeger hiervoor een Silverlight-module werd gebruikt. Yindo is op deze manier ook veel toegankelijker geworden voor apparaten of besturingssystemen waarop geen Silverlight beschikbaar is (bijvoorbeeld Linux).

Instellingen

Tot slot is ook de reader voor Yindo omgezet naar HTML. De reader is de pagina waarin je boeken leest, leent, koopt, aantekeningen maakt en kunt afdrukken. Hierbij hebben we er echter wel voor gekozen de bestaande Silverlight-reader te handhaven. Dit uit compatibiliteitsoverwegingen en om de overgang voor de duizenden bestaande Yindo-lezers in hun eigen tempo te kunnen laten plaatsvinden.

Via het tabblad Instellingen in Mijn Yindo kun je aangeven of je de HTML-reader of Silverlight-reader wilt gebruiken:

Yindo_html_lezen

Als je kiest voor gebruik van de HTML-reader, ziet de pagina om boeken te lezen er op de volgende manier uit (je voorkeuren worden direct opgeslagen, je hoeft niet apart op Bevestigen of vergelijkbaar te klikken):

Yindo_html_reader01

Bekende Yindo-lezers zullen vrijwel geen verschil ontdekken met de vorige versie, want de Silverlight-reader ziet er op deze manier uit:

Yindo_reader_Silverlight

Omdat in de HTML-versie van de reader echter nog verbeteringen mogelijk zijn, hebben we deze voorlopig het label ‘experimenteel’ gegeven. We nodigen iedereen van harte uit  zijn of haar ervaringen door te geven of te delen via Facebook of Twitter. Refereer aan @TeamYindo, dan weet je zeker dat wij het lezen.

TIP 4: gebruik in de HTML-reader de knoppen + en (plus- en minknop) op het toetsenbord om vooruit of achteruit te bladeren door een boek. Dat scheelt veel muisklikken! Ook in de weergave Volledig scherm/Fullscreen werken deze knoppen.

De HTML-reader werkt zoals gezegd op alle computers en apparaten waarop geen Silverlight voorhanden is. We maken echter direct een voorbehoud voor gebruik op tablets. Omdat er erg intensieve JavaScript-berekeningen nodig zijn voor het plaatsen en zoomen van de pagina’s, is de performance op tablets niet voldoende. De processors in tablets zijn trager dan op desktop-computers en de JavaScript-engines in de diverse mobiele browsers zijn niet bepaald geoptimaliseerd voor intensief rekenwerk (Ja ik kijk naar jou, Safari!) .

Voor Yindo-gebruik op tablets adviseren we voorlopig nog steeds de speciale mobiele versie van Yindo te gebruiken, op http://m.yindo.nl.

yindo_mobile

Conclusie

Tot zover een korte introductie in de belangrijkste vernieuwingen die in Yindo zijn aangebracht. De homepage, het boekenplankje en de reader zijn compleet vernieuwd. Yindo is vanaf nu geheel zonder plug-ins te gebruiken. Alle functionaliteit is bereikbaar via open standaarden als HTML, CSS en JavaScript.

Tegelijkertijd blijft echter de hoofdfunctie van Yindo overeind staan: Uitgaven direct lezen en lenen. Geen installatie, geen downloads, geen kopieerbeveiligingen.

Het aanbod van Yindo groeit dagelijks (Bonustip: gebruik de nieuwe functie Nieuw, onder de carrousel op de homepage) en zal nog dit jaar de grens van 2000 uitgaven passeren.

TIP 5: uitgevers, wilt u uw eigen uitgaven ter beschikking stellen op Yindo? Lees de pagina Yindo voor uitgevers of neem contact op.

Peter Kassenaar
-- 15 november 2011

13juni

Apps voor uitgevers zijn overbodig (meestal)

app-storeVorige week bezocht ik namens Yindo het e-reading event 2011 in Mechelen, Belgie. Het e-reading event is een vakbeurs voor iedereen die met e-reading, e-books en digitaal publiceren van content te maken heeft (zie het verslag van eLinia). Yindo hoort daar als cloud-based leesplatform uiteraard thuis. Behalve op de stand uitleg geven over Yindo en bij te praten met vakgenoten kon ik ook een paar sessies bezoeken.

“Elke uitgever wil een app”

Een van de items die mij opviel was dat veel uitgevers en andere professionals de app zo ongeveer heilig hebben verklaard. Enigszins gechargeerd kun je zelfs stellen dat de algemene gedachte was ‘als je geen app hebt, besta je niet’. Ik zie dit ook dagelijks in mijn Twitter-timeline. Als het over ‘digitaal uitgeven’ gaat, wordt hier in negen van de tien gevallen een app mee bedoeld.

Zo ook op het e-reading event. Tijdschriften moeten in een app, kranten moeten in een app, boeken moeten in een app. Een app moet abonnementen verkopen en losse exemplaren kunnen verkopen, een app moet advertenties kunnen verkopen, een app moet... Nou ja, de trend is duidelijk. Er waren stands van fabrikanten die App Software aan de man brachten (waaronder Woodwing en Adobe Digital Publishing Suite) en meer. En:

hier begrijp ik nou werkelijk helemaal niets van.

Ik snap niet dat uitgevers, wier type content bij uitstek geschikt is om in standaard webformaat te distribueren zich zo willoos uitleveren aan de nukken en grillen van Apple om maar vertegenwoordigd te zijn in het stuwmeer van ondertussen 500.000+ apps (and counting) en tegelijkertijd verwachten daar ook nog op te vallen en geld te verdienen.

Met app bedoel ik hier een native toepassing voor iPad (of Android) die is gecompileerd met de tools die voor dat platform beschikbaar zijn (XCode voor Mac, of Java/Eclipse voor Android) en na beoordeling en goedkeuring door aanbieder van dat platform (Apple of Google) beschikbaar worden gesteld in een centrale App Store. De app kan vervolgens worden gedownload door gebruikers van het apparaat en worden geïnstalleerd en gestart. Het proces van het zoeken, downloaden en installeren van apps behoort tot de basiskennis van elke tabletgebruiker.

Stelling

Mijn stelling is ‘apps voor uitgevers zijn in 95% van de gevallen overbodig’. Daarentegen: een geoptimaliseerde website is dé aangewezen manier om content te distribueren op mobiele apparaten zoals iPad en Android-tablets.

Let op: ik zeg niet dat álle apps overbodig zijn of altijd vervangen kunnen worden door een webgebaseerde variant, maar wel dat apps voor uitgevers in de meeste gevallen de moeite van de investering niet waard zijn. Dat geld kan veel beter worden besteed aan een geoptimaliseerde mobiele website.

Laat ik dit toelichten door eerst een stapje hoger te gaan kijken en de voor- en nadelen van native apps versus web apps te vergelijken. In het (uitmuntende!) boek Building iPhone apps with HTML, CSS and JavaScript noemt Jonathan Stark onder meer de volgende kenmerken (uitgebreid een aangepast aan de huidige omstandigheden door ondergetekende)

Voordelen van native apps

  • Verkrijgbaar via de App Store, een bekend mechanisme voor alle miljoenen iPad-bezitters, te installeren met een muisklik. Je app is instant beschikbaar voor een potentieel miljoenenpubliek.
  • Een native app biedt toegang tot alle specifieke hardwarekenmerken van het apparaat: accelerometer, camera, microfoon, videokaart, luidsprekers, enzovoort.
  • Programmeurs kunnen een bekende programmeeromgeving (XCode) gebruiken met mogelijkheden voor simulatie, debugging en standaard interfacecomponenten (sliders, vensters, knoppen, menubalken en dergelijke).
  • Er is meestal geen netwerkverbinding noodzakelijk om app te kunnen starten (ofschoon voor het ophalen van webcontent uiteraard wel een internetverbinding nodig is, anders blijft de user tegen een leeg scherm met een draaiende indicator ‘loading...’ aankijken).

Nadelen van native apps

  • Je moet betalen om te mogen ontwikkelen onder de Apple licentie en om je app in de App Store te mogen publiceren.
  • Je moet afwachten of je app wordt goedgekeurd, er zijn geen garanties over de termijn waarbinnen dit gebeurt en wanneer je app vervolgens in de App store verkrijgbaar is.
  • Als de app eenmaal in de store beschikbaar is, moet hij concurreren met honderduizenden gelijksoortige apps. Je moet veel moeite doen om op te vallen.
  • Je bent overgeleverd aan de nukken en grillen van Apple met betrekking tot de voorwaarden van app developmet (en deze worden nogal eens –onaangekondigd – gewijzigd volgens het principe ‘We kondigen twee forste stappen verzwaring aan, en zwakken dat later af tot één forste stap, iedereen blij’).
  • Als je een bug ontdekt, is er geen manier om dit snel te herstellen. Je moet de app dan opnieuw indienen en opnieuw de goedkeuringsmachine afwachten. Het kan weken duren voordat je gefixte app in de store verschijnt.
  • Het ontwikkelproces is daarmee traag en langdurig. Je moet er bovendien rekening mee houden dat lang niet alle users altijd hun apps zullen updaten. Je moet dus verschillende versies (blijven) ondersteunen en debuggen/bugfixen.
  • Bestaande businessmodellen zijn vaak niet bruikbaar binnen apps. Je moet je plooien naar het prijsmodel van Apple, het advertentiemodel van Apple en het abonnementenmodel van Apple. Je keuzevrijheid hierin is zo goed als nihil.

Voordelen van web apps

  • Webdevelopers kunnen hun eigen bekende tools blijven gebruiken (Dreamweaver, Photoshop Visual Studio, Notepad, enzovoort).
  • Je huidige programmeerkennis van HTML, CSS en JavaScript volstaat om volwaardige web apps te maken. Steeds meer vormgevingstools (Adobe InDesign, Corel-tools) kunnen publiceren naar HTML-formaat.
  • Je ontwikkelomgeving mag je zelf kiezen (pc, Mac, Linux).
  • Je applicatie zal draaien in elke device met een webbrowser. Niet alleen op iPhone/iPad.
  • De ontwikkelcyclus is snel. Bug ontdekt? Fix de code op de server en iedereen profiteert daar instant van.
  • Alle users gebruiken dezelfde versie van de app.
  • Inmiddels mogelijkheden beschikbaar voor caching en offline gebruik van de app (ofschoon de hoeveelheid data hierbij vooralsnog beperkt is)

Nadelen van web apps

  • Native hardware van het iDevice (camera, speakers, accelerometer) is niet beschikbaar/bereikbaar.
  • Als je betaalmodellen binnen je app wilt, of voor het gebruik van de app wilt laten betalen, zul je dit zelf moeten programmeren.
  • Het is lastiger dezelfde gebruikerservaring (slide, scroll, pinch/zoom) en User Interface-conventies te bieden als met een native app. Performance van web apps in in het algemeen geringer dan van native apps.

Als je nu de voor- en nadelen van een native app op een rijtje zet, dan blijkt dat native apps bij uitstek geschikt voor specifieke doeleinden: games, ultieme multimediale ervaring, applicaties waarbij toegang tot de hardware van het iDevice onontbeerlijk is: foto-applicaties, kalender- en zakelijke applicaties, muziektoepassingen (hoewel toegang tot deze gegevens door Apple zeer beperkt is. Je mag alleen werken via de door Apple ter beschikking gestelde API’s).

En uitgevers?

Als we nu kijken naar het type content dat uitgevers willen exploiteren, dan is dit in de meeste gevallen: eigen tekst, beeld en visueel rijk opgemaakte content (met kolommen, insets, aflopende illustraties, diverse lettertypen). In enkele gevallen zal daar –tamelijk eenvoudige – multimedia aan te pas komen: animaties, audio- of videofragmenten.

En, uitgevers, wees eens eerlijk, iedereen praat wel over de interactieve, verrijkte e-boeken en alle mogelijkheden die dit gaat geven en ‘die alleen een app kan bieden’ als meerwaarde boven het traditionele e-book. Maar wie heeft die rijke, interactieve e-boeken al gemaakt? Juist. Niemand dus. Want het maken en samenstellen van verrijkte e-boeken blijkt verrekte lastig en bovendien erg duur. Dat is onbetaalbaar in een wereld waar een app van 1,99 euro al als ‘duur’ wordt beschouwd en waar de teller maximaal tot enkele honderden betaalde downloads zal oplopen.

En vervolgens moet je ze de volgende maand – in het geval van een magazine – opnieuw tot aankoop zien te verleiden. Op een aantal pioniers na (tevens: Timo en het toverboek), die behoren tot de vijf procent die ik hierboven als uitzondering heb genoemd is het maken van een app daarom feitelijk geen voor de hand liggende keuze.

De overgrote bulk van alle inhoud bestaat uit de hiervoor genoemde inhoud. Tekst (dat vooral, zowel fictie als non-fictie en proza), afbeeldingen en eenvoudige multimedia. Bij uitstek het type inhoud waar HTML, CSS en JavaScript voor gemaakt is!

Webstandaarden For The Win

De iPad (maar ook de Android tablets) zijn zonder uitzondering voorzien van moderne browsers die overweg kunnen met de nieuwste standaarden op het gebied van HTML5 en CSS3.

Alleen de uitvoering van JavaScript blijft duidelijk achter bij desktop-browsers. De chips in tablets zijn hiervoor nog niet krachtig genoeg. Daarentegen zijn veel CSS3-animaties (waarvoor je op de desktop moet terugvallen op JavaScript of specifieke browsers) in mobiele browsers al ingebouwd.

Qua opmaakmogelijkheden zijn Mobile Safari en Google Chrome verder dan hun desktop-tegenhangers. Hier kun je bij het ontwerp van je web app goed gebruik van maken. Zaken als soepel scrollen, hardware-acceleratie van afbeeldingen (!) en CSS3-animaties gaan mobiel veel beter dan op de desktop (waarbij de ontwerper zoals bekend ook rekening moet houden met oude versies van Internet Explorer en Mozilla Firefox). Tablets hebben op dit gebied geen historie, omdat ze nog maar zo kort bestaan. Voor de webdeveloper is dat prettig, want hij weet zeker dat zijn moderne code goed uitgevoerd zal worden.

HTML5

Elke moderne mobiele web app zal gebaseerd worden op de nieuwe webstandaarden voor HTML5. En ofschoon deze nog niet gereed is, zijn veel onderdelen al gewoon bruikbaar. Elke mobiele browser ondersteunt de specifieke tags waar uitgevers in web apps behoefte aan hebben, zoals <article>, <section>, <aside>, <header> en <footer> voor artikelen en sectionering van inhoud en <audio> en <video> voor multimedia. Alle ingrediënten voor een succesvolle mobiele web app voor uitgevers zijn dus ruimschoots voorhanden.

Mobiele frameworks

Ik wil overigens niet de suggestie wekken dat het maken van een geoptimaliseerde mobiele versie van de site versus de ontwikkeling van een native app primair een kwestie van kostenbesparing is. De huidige generatie webdesigners, gespecialiseerd in desktopontwerp en –CMS’en, redden het niet met hun HTML- en CSS-kennis. Je komt van een koude kermis thuis als je denkt dat je alleen maar in Dreamweaver een paar extra mediaqueries en CSS-rules hoeft te schrijven. Gedegen studie en veel testwerk blijven noodzaak. En gespecialiseerde mobiele front-end designers zijn nog schaars. En dus duur. Het schrijven van geoptimaliseerde HTML5 en CSS3 is een vak apart.

Wel zijn er ondertussen een aantal frameworks gereed die het leven van de mobiele webdesigner wat makkelijker maken. Dit zijn bijvoorbeeld

Conclusie

Voor Yindo hebben we al in een vroeg stadium gekozen een geoptimaliseerde mobiele versie van de website in plaats van een native app. Deze is zeker nog niet perfect – zo is de combinatie van swipe, pinch & zoom is een lastig issue in web apps – maar het geeft al wel goed de richting aan die we op willen gaan. We zijn hiermee volledig onafhankelijk van welke App Store dan ook, kunnen onze eigen business logic (en die van onze klanten) implementeren en onze eigen businessmodellen uitvoeren en testen. En als we een bug ontdekken, is deze vaak binnen een werkdag gefixt.

Ook in desktopbrowsers is de mobiele Yindo-site te bekijken. Surf met Safari of Chrome (immers: op iPad worden WebKit-browsers gebruikt) naar http://m.yindo.nl voor een impressie. Nogmaals de disclaimer: niet geschikt voor Internet Explorer of Mozilla Firefox.

Internationaal gezien is laatstelijk bijvoorbeeld de mobiele versie van de Financial Times veel in het nieuws geweest. Ook zij hebben het native app-model vaarwel gezegd en zijn overgestapt op een web app-benadering. Mijn verwachting is dat veel uitgevers zullen volgen.

Maar misschien zie ik het wel helemaal verkeerd en zijn er uitgevers die kunnen toelichten waarom een app voor hen juist onontbeerlijk is? Ik hoor het graag van ze via de commentaren onder dit artikel!

Peter Kassenaar
-- 10-13 juni 2011

<shameless plug>
Moet u als uitgever nu zelf web apps gaan ontwikkelen? Nee! Dat hebben wij bij Yindo immers al gedaan. Neem contact op om de mogelijkheden te bespreken uw uitgaven in een handomdraai te publiceren op tablet, laptop en pc/mac. U bent van harte uitgenodigd. :-)
</shameless plug>

04mei

Idea Man – de autobiografie van Paul Allen

Ik ben bezig met een serie boekbesprekingen van (auto)biografieën van personen die belangrijk zijn geweest in de computergeschiedenis. Eerder schreef ik artikelen over

Vandaag is de autobiografie van Paul Allen Idea Man, A memoir by the co-founder of Microsoft  aan de beurt.

image

Paul Allen (Seattle, 21 januari 1953) is in Nederland veel minder bekend dan zijn kompaan Bill Gates, waarmee hij in april 1975 Microsoft oprichtte. Dat komt natuurlijk omdat Bill Gates jarenlang het gezicht van Microsoft – en daarmee in feite van de complete computerindustrie- was. Paul Allen daarentegen, verliet al in 1983 het bedrijf, nadat bij hem op 29-jarige leeftijd voor de eerste keer kanker was geconstateerd.

Dat deze ziekte overigens niet de hoofdoorzaak van zijn vertrek bij Microsoft was, leren we uit zijn autobiografie Idea Man, A memoir by the co-founder of Microsoft.

De dieperliggende reden voor zijn vertrek bij Microsoft was dat hij na meer dan 14 jaar dag in, dag uit met Gates te hebben opgetrokken er niet meer tegen kon. “Bill’s intensity was nonstop, and I couldn’t keep working with him and living with him any longer.”

De continue (zakelijke en persoonlijke) nervositeit en conflicten, het permanente streven naar het allerbeste en dan nog hoger, de ultracompetitieve instelling en zelfs vernederingen door zijn partner. Een voorbeeld hiervan is dat Paul Allen op een avond, terwijl hij nog herstellende is van zijn chemokuur, door het Microsoft-gebouw loopt. Hij hoort Bill Gates en de enkele jaren daarvoor aangenomen Steve Ballmer praten over een manier waarop ze hem uit het bedrijf kunnen werken, door zijn aandelen te laten verwateren. Hij is nu immers veel minder productief voor Microsoft.

Microsoft

Eerder al, bij de oprichting van Microsoft - toen nog Micro-Soft geheten, Paul Allen heeft die naam verzonnen – had hij ingestemd met een aandelenverhouding van 64% voor Gates tegen 36%, in plaats van 50%/50%, waar hij als vanzelfsprekend van uit was gegaan. Gates echter: ‘Kom nou Paul, ik heb bijna al het werk gedaan aan BASIC (het eerste product van Microsoft dat destijds voor tal van de eerste generatie pc’s verkocht werd), voor jou ben ik gestopt op Harvard.’ Allen zag het redelijke van deze redenering wel in en ging akkoord.

Maar toen Allen later SoftCard ontwikkelde – een insteekkaart voor de mateloos populaire Apple II computers, waarmee de positie van Microsoft bevestigd werd en die indirect de aanleiding was voor de deal met IBM om DOS te leveren als besturingssysteem voor de eerste pc – en aan Bill Gates voorstelde de aandelenverhouding weer te wijzigen, ontplofte de eerste bijna; ‘I don’t ever want to talk about this again’, he said. ‘Do not bring it up’. Paul Allen vervolgt, ‘In that moment, something died in me (…) I sucked it up and thought, OK. But someday, I’m out of here’

Jeugd

De periode van Allens’ jeugd tot en met zijn vertrek bij Microsoft beslaat ongeveer de (eerste) helft van het boek. Het is tevens – voor de technisch/historisch geïnteresseerde lezer althans – verreweg het meest interessante deel.

De titel van het boek, Idea Man, is een verwijzing naar de rol die Allen het liefst vervuld. Zijn passie is het bedenken van nieuwe toepassingen, het uitwerken van toekomstbespiegelingen en bedenken hoe technologie van dienst kan zijn in het dagelijks leven. Het bleef evenwel niet bij het bedenken alleen. Zeker op school en in zijn tijd bij Microsoft heeft Paul Allen zelf ook veel dingen gebouwd om zijn visie te realiseren.

Zo schreef hij bijvoorbeeld in machinetaal voor PDP-10 computers een simulator voor de destijds nieuwe Intel chips 8008 en 8080, die draaiden op een PDP-10 computer. Zo ‘dacht’ een PDP-10 dat hij een Intel 8080 was, en konden Paul Allen, Bill Gates en Monte Davidoff (een ingehuurde student/programmeur) een eerste versie van BASIC schrijven die zou draaien op de nieuwe chips, lang voordat de hardware überhaupt op de markt was. Met andere woorden, Paul Allen stond mede aan de wieg van virtualization van hardware, ruim dertig jaar voordat deze techniek door het bedrijfsleven werd opgepikt.

Ook gaf Allen in 1977 een interview waarin hij beschreef hoe hij een toekomst voor zich zag waarin voor standalone computers zoals de Commodore Pet geen ruimte was en dat hij zich niet kon voorstellen dat huisvrouwen zouden willen leren programmeren in BASIC. ‘What I do see is a home terminal that’s connected to a centralized network by Phone Lines, fiber optics or some other communication system. With that system you can perhaps put your car up for sale or look for a house in a different city, or check the price of a stock’. Dit was ruim 15 jaar voordat Tim Berners Lee in Zwitserland de basisbeginselen van het world wide web zou bedenken.

Het verhaal hoe Paul Allen afreist naar MITS in Albuquerque om hun versie van BASIC voor het eerst te demonstreren behoort tot de hoogtepunten van het boek. Ook de ontwikkeling van Microsoft in de woelige eerste jaren van het bedrijf zijn onvoorstelbaar fascinerend om te lezen (een bezorgde dame tegen de bleke en uitgemergelde Allen en Gates: ‘jongens zijn jullie aan de Acid of andere drugs? – Nee, wij zijn programmeurs’).

Na Microsoft

Helaas wordt dat in de tweede helft van het boek een stuk minder. Ofschoon Bill Gates er op aandringt dat Paul Allen bij zijn ontslag ook de rest van zijn belang in het bedrijf verkoopt, behoudt Allen zijn aandelen. Het maakt hem eerst miljonair, daarna multimiljonair en vervolgens miljardair. Op dit moment bezit Allen nog steeds 138 miljoen aandelen Microsoft, goed voor ruim 13 miljard dollar.

Hiermee koopt hij verschillende sportteams (het basketbalteam Portland Trailblazers en het American Footballteam Seattle Seahawks), diverse jachten, een tweetal onderzeeërs. Daarnaast is Allen als investeerder actief in meer dan 140 verschillende bedrijven, waarvan er diverse in het boek worden besproken. Zowel hoogtepunten (investeringen in internetbedrijf America Online en filmstudio DreamWorks) als mislukkingen (kabelbedrijf Charter) worden breed uitgemeten.

Elk hoofdstuk in het tweede deel heeft een eigen thema, zoals Space (over de investeringen van Allen in de commerciële ruimtevaart en de pionierende successen hierin), Jimi (over de liefde van Allen voor muziek in het algemeen en Jimi Hendrix in het bijzonder) en Mapping the Brain (over zijn inspanningen een complete 3D-catalogus/encyclopedie van het brein voor medische toepassingen te realiseren), naast de al genoemde onderwerpen als sportteams en investeringen.

De oorspronkelijke chronologie van de biografie wordt hier verlaten. Hierdoor gaan verschillende tijdspaden door elkaar lopen. Elk hoofdstuk keert opnieuw terug naar zijn jeugd en vertelt vervolgens het verhaal van het betreffende thema. Zo moet je dus zelf door alle hoofdstukken te combineren uitvinden waar Allen in (bijvoorbeeld) 2002 allemaal mee bezig was en je zo een beeld vormen van zijn leven.

Stijlbreuk

Nu wordt deze structuur - een leven thematisch in plaats van chronologisch beschrijven - in een (auto)biografie wel vaker toegepast. Maar omdat het eerste deel van het boek strikt chronologisch de geschiedenis van Paul Allen en Microsoft beschrijft, is dit een stijlbreuk die wat mij betreft afbreuk doet aan de leesbaarheid van het boek. Daarnaast zijn een aantal thema’s en de mate van detail daarbinnen voor niet-Amerikanen vaak weinig relevant. Als je geen dagelijks volger van de NBA of NFL bent, zullen de namen van spelers en coaches van teams uit die periode je waarschijnlijk niet veel zeggen. Hetzelfde geldt voor het versnipperde landschap van kabelaanbieders en –stations in de Verenigde Staten. Begrijpelijk dat het voor Allen persoonlijk relevant is als je door een misinvestering voor ruim 7 miljard dollar(!) het schip in dreigt te gaan, maar het werpt geen wezenlijk nieuw licht op zijn leven of de manier waarop hij ideeën uitvoert of verwezenlijkt.

Eind 2009 wordt bij Allen voor de tweede keer kanker vastgesteld. Dit keer een veel agressiever vorm van non-Hodgkin’s lymphoma, waarbij zijn overlevingskansen op minder dan 50% worden ingeschat. Opnieuw ondergaat Allen chemotherapie (zes ronden, met tussenpozen van drie weken) en probeert hij ondertussen verder te werken aan het boek en zijn projecten. Saillant detail: een van meest regelmatige bezoekers aan zijn ziekbed is Bill Gates, die inmiddels (in 2008) ook zijn dagelijkse werkzaamheden bij Microsoft heeft beëindigd, nadat hij in 2000 het CEO-schap al had overgedragen aan Steve Ballmer.

He was everything you’d want from a friend, caring and concerned. I was reminded of the complexity of our relationship and how we always rooted for each other, even when we were barely speaking. It seemed that we’d be stuck with one another for as long as we lasted.

Het boek besluit met de vele goede doelen waaraan Allen heeft gedoneerd. Paul Allen behoort (opnieuw samen met Bill Gates) tot de grootste weldoeners in de Verenigde Staten. Inmiddels heeft hij meer dan een miljard dollar weggegeven aan scholen, bibliotheken, wildreservaten en natuurprojecten in de Verenigde Staten en Afrika . Ook zijn laatste idee Project Halo, een toepassing om kunstmatige intelligentie te verwerken in computers, wordt uitvoerig toegelicht.

Conclusie

Voor het eerst in mijn serie biografiebesprekingen vind ik het moeilijk een eindoordeel te geven. Het boek is beslist vlot geschreven, maar grijpt je nooit zo bij de keel als bijvoorbeeld iWoz en iCon. Het feit dat het boek zo overduidelijk in tweeën is te verdelen is hieraan debet.

Het eerste deel van Idea Man is extreem goed, gezaghebbend. Het verdiend minstens vier of viereneenhalf sterren voor de beschrijving, de historische context en de achtergrondinformatie over de persoon Paul Allen en de mensen waarmee hij samenwerkt.

Het tweede deel is veel minder relevant, bevat overbodige staaltjes name dropping (Bono, Mick Jagger, president Bush) en zou ik als losstaand boek of serie artikelen nooit gelezen hebben. Niet meer dan anderhalf of twee sterren voor dit deel. Omdat je het tweede deel echter naar believen kunt doorbladeren nadat je het eerste deel gelezen (nee: bestudeerd) hebt, wil ik toch afsluiten met een positief koopadvies.

Mijn waardering: 3/5 sterren
3_stars

Bestellen

Idea Man - A Memoir By The Co-Founder Of Microsoft
Auteur: Paul Allen
Engels – Hardcover
368 pagina's | Penguin Books Ltd | april 2011

Peter Kassenaar
-- 2-4 mei 2011.

24april

iWoz– de autobiografie van Steve Wozniak

Ik ben bezig met een serie boekbesprekingen van (auto)biografieën van personen die belangrijk zijn geweest in de computergeschiedenis. Eerder schreef ik een artikel over iCon, een biografie van Steve Jobs. Vandaag is iWoz, de autobiografie van de andere Apple-oprichter, Steve Wozniak, aan de beurt.

 

iWoz“Waarom nu? Wel, op dit punt in mijn leven – op het moment van schrijven ben ik vijfenvijftig – is de tijd aangebroken om een aantal punten recht te zetten. Zoveel informatie over mij is foutief. Er zijn bijvoorbeeld verhalen dat ik mijn middelbare school niet zou hebben afgemaakt (dat heb ik wel), dat ik van de universiteit zou zijn gegooid (niet waar), dat Steve Jobs en ik klasgenoten zouden zijn (ik ben vijf jaar ouder) en dat Steve en ik de eerste computers samen hebben ontworpen en gemaakt (ik deed dat in mijn eentje).”

Aan het woord is Steve Wozniak (‘Woz’ ). Samen met Steve Jobs de oprichter van Apple en – naar in deze autobiografie blijkt – het technisch brein achter de eerste Apple computers, de Apple I en Apple II. De volledige titel van het boek is “iWoz, Computer Geek to Cult Icon: How I Invented the Personal Computer, Co-Founded Apple, and Had Fun Doing It”. Nu zijn de Amerikanen nooit te bescheiden om flink uit te pakken met ondertitels, maar is het niet een beetje te veel eer om Wozniak aan te wijzen als de man die hoogstpersoonlijk de personal computer revolutie heeft gestart? Na het lezen van het boek ben je geneigd om – in elk geval vanuit technisch oogpunt - dit als correct te beschouwen.

“All my life, I just wanted to be an engineer”

Vanaf hoofdstuk 1 vertelt Woz hoe zijn hele leven in het teken heeft gestaan om engineer te worden. Zijn vader was engineer bij Lockheed en werkte aan geheime projecten. Op school was hij vooral geïnteresseerd in lessen als natuurkunde, wiskunde en logica. Het zou Woz te kort doen om het Amerikaanse begrip engineer eenvoudigweg te vertalen met de Nederlandse titel ingenieur. Het begrip is veel breder bedoeld. Wozniak is vooral ook ontwerper, uitvinder (hij heeft vele patenten op zijn naam staan) en bouwer.

Zijn vroege interesses blijkt vooral te liggen in de wijze waarop elektronen door componenten stromen en hoe met basiscomponenten als weerstanden, diodes en condensators nieuwe onderdelen als transistors en logische schakelingen gebouwd kunnen worden. En omdat de fysieke componenten vaak niet voorhanden, of erg duur zijn, ontwerp Woz zijn ‘computers’ op papier. Hij tekent letterlijk de benodigde schakelingen en verbindingen op papier en maakt op die wijze verschillende vroege prototypes allerlei elektronische apparaten. Pas later kan hij ze echt realiseren. Zijn grootste uitdaging is om het aantal benodigde componenten zo laag (en daarmee goedkoop) mogelijk te houden. Hierin is hij de allerbeste.

En omdat Woz ook wel van een geintje houdt (hij is een erkend prankster op school), resulteert dit in apparaten waarmee hij op afstand het tv-signaal kan vervormen en verstoren. Pas als iemand in de kamer zich in de meest lastige positie heeft gemanoeuvreerd om de tv-antenne te richten, draait Woz –ongezien uiteraard- aan een knop, waardoor het beeld weer helder wordt en het slachtoffer de hele uitzending zijn ongemakkelijke pose moet aanhouden - denkend dat dit de enige positie is waarop de tv een goed signaal ontvangt.

Ook ontwerpt hij de blue box, een apparaat waarmee zwakke plekken in het telefoonnetwerk gebruikt worden om gratis over de hele wereld te bellen. Hiermee verdienen hij en Steve Jobs samen hun eerste geld. Maar nadat ze slachtoffer zijn geworden van een beroving en staande zijn gehouden door de politie (het gebruik van blue boxes is uiteraard illegaal) geven ze hun blue box-zaakje op en verliezen Woz en Jobs elkaar enige tijd uit het oog.

Woz vind ondertussen werk bij Hewlett Packard (HP), en werkt aan de eerste elektronische calculators. “HP is het meest fantastische bedrijf ter wereld. Ik bedoel: de meeste bedrijven worden gerund door managers. Engineers mogen de producten ontwikkelen en bouwen, en de managers verkloten het vervolgens. Bij HP niet. Dit bedrijf wordt ook gerund door engineers. Ik dacht dat ik een baan voor het leven had gevonden.”

Maar het liep anders. Woz is lid van de Homebrew Computer Club en ziet net als vele anderen in januari 1976 het magazine Popular Electronics, met de Altair 8800 op de cover, de eerste personal computer die voor hobbyisten (enigszins) betaalbaar was.

Woz ziet het systeem en denkt ‘dat kan ik ook’. In feite heeft hij enkele jaren eerder al een vergelijkbaar product bedacht, getekend en uitgevoerd (in eigen woorden, de ‘ Cream Soda Computer’), alleen zijn nu de beschikbare processors en onderdelen veel goedkoper.

Ontwerper als hij is, tekent hij de benodigde schema’s en schakelingen en komt als eerste op het idee om een een regulier toetsenbord als invoermedium en een televisie als uitvoermedium te gebruiken. Dit is waarschijnlijk het ware genie van Woz, dat hij buiten de gebaande paden treed en nieuwe toepassingen ziet voor componenten die op zich al bestaan. In het midden van de jaren ’70 van de vorige eeuw waren chips en componenten langzamerhand voorhanden, maar was nog niemand op het idee gekomen een televisie open te schroeven en hierop een computersignaal te laten zien. Computers waren beschikbaar als mainframes die op afstand bediend werden en hun invoer en uitvoer met ponskaarten en papier verwerkten. ‘Personal’ computers, waren destijds vierkante dozen met een frontpaneel met lampjes en schakelaars.

Om een goed beeld op een televisie te krijgen, moest Woz letterlijk een tv openschroeven en het binnenste met een oscilloscoop te lijf gaan om te zien waar hij de draden uit zijn computer aan moest solderen en vervolgens meten hoeveel milliseconden en welke frequentie elk signaal moest zijn om een pixel op het scherm te laten oplichten en weer uitdoven in de signaallijn die het televisiescherm vult. Zijn ontwerp moest hij hierop aanpassen en zelf in elkaar solderen. Dit zou uiteindelijk uitmonden in de computer Apple I, die hij samen met Steve Jobs verkocht.

Want Woz mag dan het technische brein achter Apple zijn,in zijn autobiografie geeft hij ruiterlijk toe dat het bedrijf zonder Jobs nooit van de grond zou zijn gekomen. Er was geen geld om componenten te kopen of te testen (en dus om te controleren of de tekeningen en berekeningen van Wozniak überhaupt correct waren). Maar daar was Steve Jobs die brutaalweg de telefoon pakte, met Intel belde en vroeg of ze niet wat testexemplaren konden sturen. De volgende dag stonden ze op de stoep. Ook de contacten met andere leveranciers, de eerste afnemers en exposities komt op het conto van Jobs.

“Our very own company!”

Als het aan Woz had gelegen, was het hele computercircus een leuke hobby voor in de avonduren, naast zijn werk bij HP. Maar Jobs haalt hem over er een echt bedrijf van te maken. “Well, even if we lose our money, we’ll have a company. For once in our lives, we’ll have our very own company!”. Vooruit dan maar, dacht Woz, bij het vooruitzicht aan zijn kleinkinderen te kunnen vertellen dat hij ooit een eigen bedrijfje had gehad. Woz verkoopt zijn HP calculator voor $500,-, Jobs verkoopt zijn VW-busje en zo schrapen ze $1300,- bij elkaar op Apple Computer Inc. op te richten. De rest is geschiedenis.

Apple II

De Apple II (ook een ontwerp dat Woz in zijn eentje heeft gemaakt) is de eerste computer die een kleurenbeeldscherm kan aansturen. Ook was het voor het eerst mogelijk er een diskettestation aan koppelen. In het boek beschrijft Woz kleurrijk hoe hij letterlijk alle enen en nullen heeft moeten schrijven om de koppen van de diskdrive naar de juiste positie te sturen, en hoe er vervolgens een bit gelezen of juist geschreven moest worden. Stuurprogramma’s bestonden immers nog niet. Programmeertalen bestonden zelfs nog niet. Daarom schreef Woz ook een BASIC-variant voor de Apple II, een trucje dat hij had afgekeken van de jonge Bill Gates. De Apple II betekende de absolute doorbraak van Apple en was jarenlang het paradepaardje van het bedrijf.

De tweede helft van het boek gaat over de ontwikkelingen bij Apple na de Apple II, en de onvrede van Woz dat het bedrijf langzamerhand wordt overgenomen door managers, in plaats van dat engineers aan het roer staan. Het beeld dat Woz van Apple schetst is dat van een bedrijf met groeistuipen, waarbij de verschillende CEO’s (Mike Scott en daarna Mike Markkula) tegen de problemen aanlopen die elke CEO voor zijn kiezen krijgt. Apple volgens Woz is zeker niet de Steve Jobs one-man-show waarvoor het bedrijf vaak wordt aangezien.

Na een vliegtuigongeluk in 1981 en tijdelijk geheugenverlies bouwt Woz zijn activiteiten af, haalt een universitaire graad, organiseert een aantal muziekfestivals (US Festival in 1982 en 1983) en begint een bedrijfje in de eerste programmeerbare afstandsbedieningen (CL 9). Ook is hij enige tijd fulltime vader, terwijl zijn vrouw (Wozniak is vier maal getrouwd) werkt.

Op de achtergrond blijft hij ingeschreven als Apple-werknemer, maar hij is niet meer betrokken bij nieuwe producten of technieken. Daarna is een van de oprichters van Apple, een van de meest invloedrijke technologiebedrijven in de historie, meer dan tien jaar lang basisschoolleraar in de fifth grade (vergelijkbaar met groep 6-7 in Nederland, als scholieren 10-11 jaar oud zijn). Hij geniet van de leergierigheid van kinderen en de manier waarop ze opgroeien en met (nieuwe) technologie leren omgaan.

Conclusie

iWoz is een vlot geschreven boek, waarin de 20 hoofdstukken zijn verdeeld in korte, makkelijk te lezen paragrafen die vaak maar enkele alinea’s lang zijn. Co-auteur Gina Smith heeft uitstekend werk verricht. Soms is het vermoeiend om te lezen dat Woz alweer de eerste was met een nieuwe grap, de eerste die een computer met kleurenmonitor in elkaar sleutelde, de eerste mens op aarde die een teken op een computerscherm zag verschijnen dat hij zelf op een toetsenbord had ingetypt, de eerste met een infrafrode, programmeerbare afstandbediening, en zo verder. Aan zelfingenomenheid geen gebrek.

Aan de andere kant: het is allemaal waar. En dan mag het gezegd worden. Zo zijn Amerikanen. Zelfs de Poolse Amerikaan die een dial-a-joke telefoonlijn heeft bedacht met uitsluitend Polack-grappen (wat we in Nederland Belgenmoppen zouden noemen) die hij zelf inspreekt. “Allo. Tenk you fur dialing dial-a-joke. Today’s joke ees: Ven did a Polack die of drinking milk? Ven the cow sat down. Ah, ah. Tenk you fur calling dial-a-joke!”

iWoz is een fascinerend boek. Verplichte kost voor iedereen die meer wil weten van de achtergronden en het tijdsbeeld waartegen het bedrijf Apple tot stand is gekomen, de relatie tussen de twee oprichters Steve Jobs en Steve Wozniak en de geschiedenis van de personal computer in het algemeen. Steve Wozniak is een beeldbepalende figuur in de computergeschiedenis. iWoz laat op een geweldige manier zien waarom dat zo is.

Mijn waardering: 4/5 sterren
4stars_thumb 

Bestellen

iWoz – Computer Geek to Cult Icon: How I invented the personal computer, co-founded Apple, and had fun doing it.
Auteur: Steve Wozniak & Gina Smith
Engels – Paperback
313 pagina's | WW Norton & Co | New title | oktober 2007
EUR 14,99 (paperback)

Peter Kassenaar
-- 20-24 april 2011

24maart

The Presentation Secrets of Steve Jobs

Tags: | Categories: Boeken
E-mail | Permalink | Reacties (0) | Post RSSRSS comment feed

Dit is het tweede deel van een artikel met boekbesprekingen. Lees hier deel 1: Steve Jobs – Geniale klootzak, dat verscheen op 18 maart 2011.

presentation_secrets_thumb1

Presentation secrets

In het vorige blogartikel besprak ik een biografie over Steve Jobs (iCon – The greates second act in the history of business). Het doel van een biografie is uiteraard het bespreken van het leven en werk van de betreffende persoon.

Een heel ander doel heeft The Presentation Secrets of Steve Jobs - How to be Insanely Great in front of any audience. Dit is geen biografie, maar een analyse van de technieken die Jobs gebruikt tijdens zijn presentaties. Communicatie-expert en trainer Carmine Gallo heeft talloze keynote-speeches en presentaties van Steve Jobs geanalyseerd op hun eigenschappen. Hij zocht naar overeenkomsten en kenmerken waarom de presentaties van Jobs als zo enerverend en enthousiasmerend worden ervaren. De resultaten van die analyses zijn gebundeld in dit overzichtelijke boek.

De typisch Amerikaanse ondertitel van het boek (“how to be insanely great…”) verwijst naar een beroemde Jobs-speech uit 1983, waarin hij de eerste Apple Macintosh als een Insanely Great Computer aankondigde. Dat is natuurlijk een grappig herkenningspunt voor insiders.

Charisma

Het is een veelgehoord compliment dat Steve Jobs tijdens zijn presentaties zo enthousiast en aanstekelijk kan zijn.Hij beschikt als geen ander over de kennis en het charisma om nieuwe producten voor een groot publiek te introduceren. Maar is het wel alleen maar charisma? Of liggen er misschien bepaalde principes aan zijn werkwijze ten grondslag? Grondbeginselen die in principe iedereen in zijn of haar presentaties zou kunnen toepassen?

Zeker, je hoort wel eens smalend zeggen dat als je in je toespraak maar vaak genoeg woorden als amazing, incredible, unbelievable en really great gebruikt, je de boodschap er als vanzelf wel inhamert. En oh ja, je moet ook altijd een spijkerbroek en zwarte coltrui dragen…

De Apple keynote in minder dan twee minuten…

Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Dan zouden de presentaties van Jobs ongeveer van hetzelfde niveau zijn als de gemiddelde TelSell-reclame.

Presentatietechnieken

Gallo laat zien dat om het publiek te overtuigen een aantal aspecten van groot belang zijn en dat Jobs deze vakkundig in elke speech toepast. Zo is een van de eerste dingen die een presentator zich moet afvragen ‘waarom is mijn product (dienst, service, enzovoort) van belang voor het publiek?’

Hij noemt dit Answer the one question that matters the most. Dit is van buitengewoon belang, omdat je publiek in principe niet (nooit!) op jouw product zit te wachten. Toehoorders zijn alleen maar geïnteresseerd in zaken (of ook nu weer producten, diensten, enzovoort) die hun leven beter maken. “Your listeners are asking themselves one question and one question only: “why should I care?” Disregard this one question and your audience will dismiss you”.

Maar alleen met het beantwoorden van de vraag wat jouw dienst of product voor de toehoorders kan betekenen ben je er nog niet. Gallo beschrijft in korte hoofdstukken van elk 8-10 pagina’s nog talloze andere technieken die een goede presentator gebruikt (en Jobs is een goede presentator, dat is de rol die hem misschien wel het beste ligt van alles wat hij in zijn leven heeft gedaan). Hieronder vallen onder meer:

  • Create Twitter-like headlines – beschrijf je dienst of product in een pakkende omschrijving van minder dan 140 tekens (de traditionele Twitter-lengte) zodat hij makkelijk verspreid kan worden via Facebook, Twitter, blogs, reguliere media en meer. Doe het voorbereidende werk en geef media hapklare brokken die ze 1:1 kunnen hergebruiken.
  • Introduce the antagonist – jouw product of dienst springt er beter uit als je het kunt afzetten tegen een antagonist. Jobs was hier vroeger al ijzersterk in (eerst was IBM de ‘vijand’, later Microsoft en daarna de muziekpiraten en lastig te bedienen mp3-spelers) en het zal je van pas komen als je voor jezelf een tegenstander prepareert waartegen je je eigen product kunt afzetten.
  • Reveal a “Holy Shit” moment – werk naar een hoogtepunt in je presentatie toe, waarna je toehoorders in principe naar adem happen en alleen maar bewonderend in het zand kunnen neerzijgen. Beroemd zijn de achteloze “Oh, and there is One More Thing”-momenten van Steve Jobs.
  • Deliver three key messages – je product of dienst heeft misschien wel tien of twaalf unieke eigenschappen, maar concentreer je altijd op de drie belangrijkste, of in elk geval de drie eigenschappen die je met jouw specifieke publiek op dat moment wilt delen. Meer tegelijk kan het menselijk brein toch niet behappen en het houdt de presentatie overzichtelijk als je maximaal drie items noemt en deze vervolgens stuk voor stuk behandeld. Jobs past dit consequent toe, door nooit meer dan drie (of hooguit vier) eigenschappen tegelijk te behandelen.

Gallo noemt niet alleen de eigenschappen, maar geeft ook toegepaste voorbeelden van deze technieken uit de talloze Jobs-speeches. Zo laat hij bijvoorbeeld regelmatig in tabellen zien hoe Jobs’ woord en de beelden (de Keynote-presentaties op het grote scherm) elkaar ondersteunen en versterken: “The hero’s mission in a Steve Jobs presentation is not necessarily to slay the bad guy, but to make our lives better.”

Want dat is immers alles waarvan je je publiek hoeft te overtuigen in je presentatie, aldus Gallo. Laat zien hoe jouw product hun leven verbetert of vergemakkelijkt, en je zult slagen. Als je dat achterwege laat, sta je aan het begin al met 1-0 achter. De boodschap klinkt aannemelijk en helder en wordt uitstekend uit de doeken gedaan.

Ofschoon Steve Jobs het onderwerp van dit boek is, beperkt de auteur zich daar gelukkig niet toe. Hij noemt onder meer ook voorbeelden van succesvolle productpresentaties van Cisco (‘hoe kun je een in principe saai product als een netwerkrouter toch als sexy presenteren?’) en Intel (‘740 miljoen transistors op een processor. Hoe zet je getallen in een presentatie in hun context?’).

Ook noemt hij voorbeelden uit de -met een Oscar bekroonde documentaire-  An Inconvenient Truth van Al Gore. Ook deze documentaire is volledig gebaseerd op de presentatietechnieken en –opbouw van Steve Jobs en is mede daarom zo begrijpelijk en succesvol geworden.  (Terzijde: Al Gore is een persoonlijke vriend van Steve Jobs en heeft zitting in de raad van bestuur van Apple. Dat zal geen nadeel zijn geweest bij het samenstellen van An Inconvenient Truth).

Voorbeeld

In de index van het boek zijn verwijzingen opgenomen naar online presentaties van Steve Jobs. Zo kun je zelf analyseren hoe Jobs de in het boek besproken technieken inzet. Het zou nog waardevoller zijn als deze hyperlinks ook online beschikbaar zouden zijn via de site van de auteur, maar dat is helaas niet het geval.

Hieronder een voorbeeld van een van de hoogtepunten uit de carrière van Steve Jobs: de keynote speech op de Macworld Conference & Expo 2007, waarin hij de iPhone onthult.

Steve Jobs op zijn best. Beelden de iPhone-introductie in januari 2007.

Neem even de tijd en om deze presentatie te bekijken (nee, niet stoppen of doorspoelen na drie minuten! Zit nou even stil en bekijk de hele film, Oké?) en zie hoe Jobs de hiervoor genoemde punten toepast en zijn speech opbouwt.

  • Beschrijf het probleem dat het publiek nu heeft – De huidige generatie smartphones is helemaal niet zo slim. Wie kan er in vredesnaam overweg met het telefoonboek, de baby-internetmogelijkheden of de andere applicaties op zijn ‘smart’phone? (herinner je nog even: het is 2007).
  • Introduceer de antagonist – alle andere mobiele telefoonmakers met hun onhandige plastic toetsenbordjes en stylus-bedieningen. “Wij [Apple] maken jullie leven een stuk eenvoudiger. Wij hebben een oplossing voor jullie.”
  • Het “Holy-Shit” moment – Jobs spreekt over ‘three devices’ die Apple vandaag introduceert: een iPod muziekspeler met breedbeeldscherm, een telefoon, en een volwassen mobiel internet-device. Dat herhaalt hij verschillende keren. Ipod – phone - internetdevice. En dan dringt het tot het publiek door: het zijn niet drie apparaten die Jobs laat zien, maar één apparaat, dat al deze drie functie combineert! Holy shit! (“and we call it: iPhone”). Diezelfde momenten weet hij later nogmaals te bereiken als hij de scroll-functies van de iPhone laat zien en de mogelijkheden om het beeld te vergroten en verkleinen door te pinchen (je vingers uit elkaar en naar elkaar toe bewegen). Nog nooit vertoond. Jobs op zijn best.
  • Deliver Twitter-like headlines – Jobs herhaalt de kernspreuk van de dag verschillende keren in een kop die zo in de krant kan, “Today, Apple reinvents the phone”.
  • Rule of three – Steve Jobs toont de belangrijkste functies van de telefoon in groepjes van drie: iPod, telefoon, internet. Elk wordt afgewisseld met een demo om de functies toe te lichten. En later worden ook de andere mogelijkheden van iPhone in groepen van drie besproken: Foto’s, E-mail, Contactpersonen en zo verder.

Ik wist tijdens het kijken van de presentatie natuurlijk wat Jobs ging vertellen (deze keynote wordt ook in het boek geanalyseerd), en ik wilde met een professionele en analyserende blik kijken. Maar toch betrapte ik mezelf er op dat ik verdorie opnieuw enthousiast raakte tijdens de keynote door de intensiteit en de kwaliteit waarmee Jobs de (mogelijkheden van de) iPhone aanprees. Steve Jobs is een presentatietovenaar.

Dit boek laat exact zien waarom dat zo is.

Conclusie

Nog nooit las ik zo’n leesbaar boek over het geven van presentaties en het overbrengen van een boodschap als dat van Carmine Gallo. Ik wilde dat ik dit boek aan het begin van mijn carrière ter beschikking had gehad – en ik spreek al een kleine twintig jaar professioneel over allerlei onderwerpen. De auteur weet de boodschap van het boek (‘hoe geef ik een goede presentatie’) boven het onderwerp (Steve Jobs) uit te tillen en dat is een compliment waard.

Enige nadeel is misschien dat het –als je het boek in één keer uitleest- wel erg veel Steve Jobs voor en Steve Jobs na is. Een overdosis Jobs dreigt. Als je op voorhand al een fervente Jobs-hater bent, zul je weinig plezier beleven aan dit boek omdat je bij elk voorbeeld de typische Jobs-maniertjes er doorheen zult zien en zo de achterliggende boodschap kunt missen.

Dat gezegd hebbende, denk ik toch dat Gallo een onmisbaar (ik zeg het niet snel maar lees het voorgaande nogmaals: onmisbaar) boek heeft geschreven voor iedereen die professioneel presentaties geeft. En dat zijn niet alleen de CEO’s of afdelingshoofden van bedrijven, maar ook leraren, trainers, vertegenwoordigers en verkopers.

Mag ik elke opleider en werkgever in Nederland en daarbuiten smeken dit boek als verplichte literatuur  voor te schrijven? Dan zijn we binnenkort voorgoed verlost van die tenenkrommende en slaapverwekkende powerpoints waarin slide na slide de bullets elkaar opvolgen (Gallo houdt het simpel: ‘Don’t use bullets. Bullets kill’).

Mijn oordeel: 5/5

5-star

Bestellen

The Presentation Secrets of Steve Jobs - How to Be Insanely Great in Front of Any Audience
Auteur: Carmine Gallo
Engels – Hardcover
256 pagina's | McGraw-Hill | oktober 2009
EUR 19,99 (hardcover) EUR 15,99 (paperback)

Peter Kassenaar
-- 24 maart 2011

22maart

Modern Redesign op nummer 1

Even een korte blogpost tussendoor waarin maar 1 screenshot centraal staat. Vandaag heeft Modern Redesign de status van het bestverkochte boek op computerboek.nl bereikt!

Modern_redesign

Het boek is pas een week verkrijgbaar, dus een groot deel van de verkoopcijfers zal afkomstig zijn van degenen die hebben geprofiteerd van de voorintekenactie om het boek met 10 euro korting te kopen.

Bij deze een welgemeend Bedankt Allemaal voor het vertrouwen dat jullie al op voorhand in deze uitgave hadden gesteld en een even groot Dankjewel aan alle overige kopers.

Peter Kassenaar
-- 22 maart 2011

18maart

Steve Jobs– Geniale klootzak

Vandaag recenseer ik een tweetal boeken over Steve Jobs die ik toevalligerwijs vlak na elkaar gelezen heb. Ze hebben verschillende onderwerpen.

  • De eerste (iCon) is een – ongeautoriseerde – biografie van Steve Jobs.
  • De tweede (The presentation secrets of Steve Jobs) is een meer technische titel die de veelgeprezen presentatietechnieken van Jobs ontleedt, onder het vergrootglas legt en aanwijzingen geeft hoe je deze kunt inzetten om je eigen presentaties te verbeteren.

Beide boeken zijn alleen in het Engels verkrijgbaar. Er zijn - voor zover mij bekend – geen Nederlandse vertalingen verschenen.

Update : omdat het artikel erg lang werd, heb ik het gesplitst. Hier lees je deel twee!

iCon - Steve Jobs, the Greatest Second Act in the History of Business

iCon_coveriCon - Steve Jobs, the Greatest Second Act in the History of Business (hierna kortweg iCon) is een ongeautoriseerde biografie van Steve Jobs die zijn leven en werk beschrijft vanaf zijn geboorte in 1955 tot ongeveer zijn vijftigste verjaardag, in februari 2005.

Dertien hoofdstukken zijn verdeeld in drie delen en behandelen elk een deel van zijn leven. in het eerste deel (Flowering and Withering) wordt zijn jeugd en de oprichting van- en eerste periode bij Apple beschreven.

Het tweede deel (New Beginnings) bespreekt de ‘tussenperiode’ van zijn gedwongen vertrek bij Apple in 1985 de periode bij NeXT en Pixar en Disney tot zijn terugkeer bij Apple in 1996.

Het derde en laatste deel (Defining the Future) gaat dieper in op de hervormingen die Jobs tot stand bracht bij Apple na zijn terugkeer en zijn complexe (vaak persoonlijke) relaties binnen Pixar, Disney en de muziekindustrie. Dit deel omvat ook de periode van grote triomfen bij Apple, zoals de introductie van de iMac, de iPod en de iTunes Music Store. Het boek wordt afgesloten met de MacWorld Expo in San Francisco in januari 2005 (en bespreekt dus nog niet de recente Apple-successen zoals de iPhone en iPad).

iCon

De titel van het boek is dubbelzinnig. ‘iCon’ verwijst uiteraard naar het woord Ikoon, maar ‘con’ is in het Engels ook slang voor zoiets als een zwendelaar of leugenaar. Dat de nadruk van het boek voor een groot deel op deze tweede betekenis steunt, wordt direct in de eerste hoofdstukken duidelijk. De jonge Steve Jobs (11 jaar) dwingt zijn adoptie-ouders te verhuizen, omdat zijn huidige school hem niet aanstaat. “‘He said he just wouldn’t go back [to that school]’, recalled Paul Jobs. ‘So we moved’.” Al op jonge leeftijd demonstreert Steve Jobs daarmee de intensiteit en wilskracht die later zo kenmerkend voor hem zouden worden.

Een paar jaar later werkt hij samen met Steve Wozniak (‘Woz’) met wie hij later Apple zou oprichten aan het spelletje Break-Out voor Atari computers. Steve Jobs heeft het niet zo op programmeren, en laat dit over aan Woz. Na het opleveren van het spel ontvangt Jobs van Nolan Bushnell (de oprichter van Atari) de afgesproken $1000,- voor het werk. Tegen Woz heeft hij echter verteld dat ze de klus voor $600,- hadden aangenomen. Vervolgens geeft hij Woz zijn ‘helft’ van dat bedrag, $300,-. Zo houdt Jobs $700,- over aan de klus die Woz vrijwel in zijn eentje heeft uitgevoerd.

Tevens ontkent hij jarenlang dat hij de vader is van zijn dochter Lisa en hij draagt geen cent bij aan haar opvoeding. De eerste hoofdstukken laten hiermee overduidelijk zien dat Steve Jobs niet bepaald bekend staat om zijn warme omgangsvormen.

Ook zakelijk gezien laat Jobs zich weinig gelegen liggen aan het protocol. In zijn eerste periode als directielid van Apple vliegt hij op een gegeven moment naar Japan voor een ontmoeting met de board van Epson (een grote printerfabrikant). De vergadering is net begonnen. De voorzitter van de raad van bestuur neemt het woord en zal hoogstpersoonlijk de productpresentatie geven. Hij is minder dan een minuut aan het woord als Jobs hem interrumpeert. “Steve turned to the president of the company and said, ‘This is shit. Don’t you have anything good?’ And with that, he marched out.”

Met deze manier van zakendoen is het geen wonder dat hij niet te handhaven is in de raad van bestuur van Apple, het bedrijf dat hij zelf heeft opgericht. De manier waarop hem door John Sculley de wacht wordt aangezegd wordt uitvoerig uit de doeken gedaan, alsmede de wijze waarop Steve vervolgens creatief met de waarheid omgaat om een paar van de beste ingenieurs bij Apple los te peuteren waarmee hij vervolgens NeXT Computer start, een bedrijf dat een regelrechte concurrent van Apple wordt en in dezelfde markten opereert (‘Ach, ik wil een klein computerbedrijfje starten met een paar vrienden. Wat kunnen zes jongens in een spijkerbroek nou beginnen tegen een miljardenbedrijf als Apple?’).

Successen

Toch is het boek niet geschreven om Steve Jobs af te kraken. Er is ruimschoots aandacht voor de successen die hij – ook in zijn vroege periode-  al weet te realiseren. De Apple II, de introductie van de Macintosh (met de fameuze 1984-commercial, geregisseerd door Riddley Scott) en de overname van Pixar van George –Star Wars- Lucas die op dat moment geld nodig had om zijn scheiding te bekostigen (maar niet nadat Jobs het overnamebedrag omlaag heeft onderhandeld van 30 miljoen naar 10 miljoen dollar).

Dan toont Jobs zijn volhardende aard. Zelfs als Pixar als bedrijf al lang is afgeschreven, blijft Jobs er in geloven. In de loop der jaren pompt hij 30 tot 50 miljoen dollar aan eigen geld in Pixar (geld dat hij had overgehouden aan zijn vertrek bij Apple) om realisatie van de eerste avondvullende, geheel door computers geanimeerde speelfilm (Toy Story) mogelijk te maken. Het tekent het zakeninstinct van Jobs dat hij de beursgang van Pixar heeft gepland na het openingsweekend van Toy Story om zo maximale -gratis- publiciteit te genereren. De rest is geschiedenis. Elke volgende Pixar film (waaronder Cars, Finding Nemo en The Incredibles) levert meer geld op dan de voorgaande.

Het tekent ook de mentaliteit van Jobs dat hij door deze beursgang miljardair wordt, terwijl de medewerkers van Pixar die volledig overwerkt, uitgeknepen en afgebeuld zijn, geen extra aandelen- of optiepakketten tegemoet kunnen zien. ‘Waarom zou ik dat doen? Toen ze in dienst kwamen, wisten ze welk salaris ze zouden verdienen.’

Terug bij Apple

In 1996 wordt Jobs bij Apple teruggehaald om het zinkende schip te redden. “Hij was de enige die het Apple-DNA in zijn bloed had en het bedrijf weer tot een succes zou kunnen maken”, aldus toenmalig CEO Gil Amelio (die enkele maanden later door Jobs persoonlijk gewipt zou worden). Hiermee begint de successtory van Jobs’ recente geschiedenis, met de introductie van de iMac, de iTunes Music Store en de iPod. Vandaar ook de ondertitel van het boek, ‘the greatest second act in the history of business’. Tot in detail wordt beschreven hoe de levensovertuiging van Jobs (hij is onder meer Zen-boeddhist en verzot op muziek) bijdraagt in de totstandkoming van de producten.

Het boek gaat daarbij soms wel erg ver in het beschrijven van zijpaden die niet allemaal even belangrijk zijn, zoals de ontwikkelingen rondom Napster, de ruzies van Jobs met Disney-baas Michael Eisner en bedrijven die technologie voor het ontwikkelen van de eerste iTunes en iPod hebben geleverd. Hierin hadden de auteurs zich wat meer tot de hoofdlijnen mogen beperken. Als complete geschiedschrijving is het echter zeer waardevol.

Over de auteurs

Jeffrey Young en Bill Simon zijn ervaren auteurs (o.a. van MacWorld Magazine) die Steve Jobs al sinds 1983 talloze malen gesproken en geïnterviewd hebben. Veel informatie in het boek komt dan ook uit de eerste hand. Ze hebben Jobs ook gevraagd mee te werken aan het boek, maar die weigerde dit. In een van de hoofdstukken beschrijven ze hoe Jobs achterdocht koestert tegen iedereen die met woorden schrijven (oftewel: journalisten, de media) zijn geld verdient. Vandaar dat de biografie het predicaat ‘ongeautoriseerd’ draagt.

In het laatste hoofdstuk blijkt pijnlijk dat zij zelf niet over de vooruitziende blik beschikken die ze Jobs (“People don’t know what they want, until you show it to them”) toedichten. Ze sluiten het boek af door te beschrijven wat volgens hen het volgende grote doel is van Apple. Op de MacWorld Expo van 2005 heeft Steve Jobs zojuist de Mac Mini en een serie Mac-servers geïntroduceerd. Apple staat volgens hen op het punt de hegemonie van Bill Gates en de Windows-desktop te doorbreken en laaiend enthousiast beschrijven ze hoe het publiek in gejuich en applaus uitbarst.

Dat is met de kennis van toen misschien een plausibele aanname, maar inmiddels weten we hoe het deze producten is vergaan. De Mac Mini leidt anno 2011 een zieltogend bestaan, terwijl de Mac-serverlijn onlangs helemaal is opgedoekt. Niet alles wat Jobs aanraakt veranderd in goud. Ook wordt mijns inziens (te) weinig aandacht geschonken aan de mislukkingen van Apple na de terugkeer van Jobs, die er ook zeker zijn geweest (denk aan de iMac ‘lamp’, de Mac G4 Cube en de eerste versies van Mac OS X). Ook de eerst ziekteperiode van Jobs (alvleesklierkanker) in 2003 wordt maar kort aangestipt, terwijl dat natuurlijk een cruciaal moment is – en ook toen al was.

Van een uitgebalanceerd portret van Jobs in de eerste delen verandert het boek de laatste hoofdstukken daarom iets te veel in een ‘kijk-eens-wat-een-succes’-verhaal. De balans raakt hier een beetje zoek.

Het wordt de auteurs vergeven. Zij konden onmogelijk weten welke revoluties Jobs ook na de iPod nog zou ontketenen (iPhone, App Store,  iPad!). Het laat maar weer eens zien hoe vreselijk moeilijk het is om neutraal te blijven bij het beschrijven van een dusdanig charismatische en betoverende persoonlijkheid als Steve Jobs.

Conclusie

Terugkijkend is het bijna niet te geloven dat Jobs sinds het einde van dit boek in 2005, na de computerindustrie en de muziekindustrie ook nog de telefoonindustrie volledig op zijn kop zou zetten; dat hij de manier waarop we software kopen als kleine, handzame apps die maar enkele dollars of euro’s kosten zou hervormen en dat hij zelfs een heel nieuw landschap voor tablet-computers zou definiëren. Het is te hopen dat er ooit nog een herziene versie van dit boek komt waarin deze ontwikkelingen ook zijn meegenomen.

Desalniettemin biedt iCon ook in zijn huidige vorm een fascinerend kijkje achter de schermen, ja zelfs tot int de ziel van Steve Jobs. De auteurs zijn er uitstekend in geslaagd een complexe persoonlijkheid te schetsen en laten het onthutsend beeld na van een man die je in het dagelijks leven waarschijnlijk als ‘een klootzak’ zou kenmerken, als het iemand anders dan Steve Jobs zou zijn. Maar ook het genie van Jobs de zakenman, de controlfreak en de charismatische communicator wordt treffend geïllustreerd.

Daarom: Steve Jobs – een geniale klootzak.

Mijn oordeel: 4/5.

4stars 

Bestellen

iCon Steve Jobs - The Greatest Second ACT in the History of Business
Auteur: Jeffrey S. Young & William L. Simon
Engels – Hardcover
368 pagina's | John Wiley and Sons Ltd | mei 2005
EUR 19,99 (hardcover), EUR 12,99 (paperback)

Peter Kassenaar
-- 18 maart 2011

14maart

Modern Redesign–2e geheel herziene editie

9789012582438-150

Deze week is Modern Redesign – 2e geheel herziene editie verschenen. Dit boek is de opvolger van Modern Redesign – met XHTML, CSS en XML uit 2004.

Het boek is daadwerkelijk (zoals de titel al zegt) geheel herzien. De inhoud is naar schatting voor ongeveer 85% vernieuwd, waardoor het boek ook een must is als u lang geleden de eerste versie al hebt aangeschaft.

In Modern Redesign – 2e geheel herziene editie leest u hoe u de overstap maakt van het ‘oude’ HTML4 en CSS2 naar de nieuwe webstandaarden HTML5 en CSS3. Hierbij krijgt u niet alleen een overzicht van nieuwe elementen en hun schrijfwijze, maar leert u (vooral!) ook de conceptuele betekenis en achterliggende ideeën van deze elementen. Natuurlijk zijn de standaarden HTML5 en CSS3 nog steeds in ontwikkeling, maar het boek laat zien welke delen van de standaard al volwassen zijn (en welke u veilig kunt gebruiken) en welke delen nog niet gereed zijn. Er wordt ook getoond hoe u nieuwe sites kunt ontwerpen die er ook in oude browsers goed blijven uitzien.

Specificaties

  • Boek, paperback, 427 pagina’s
  • ISBN-13: 9789012582438
  • Platform- en productonafhankelijk geschreven
  • Geschikt voor Windows en Macintosh
  • Prijs: EUR 54,95 (aanbieding tot 23 maart 2011: EUR 44,95)

Van de flaptekst

“U leest wat de achterliggende gedachte is geweest bij het ontwikkelen van nieuwe elementen als <article>, <section>, <video> en <audio> en leert hoe ze in nieuwe projecten worden toegepast. Vroeger was de browser vooral een container om webpagina’s te tonen. Tegenwoordig is de browser zelf een compleet programmeerplatform. HTML5 is de eerste versie van HTML die hier rekening mee houdt”.

Beknopte inhoudsopgave

  • 1. Introductie – waarom Redesign?
  • 2. Kennismaken met HTML5
  • 3. Redesign – structureren volgens nieuwe standaarden
  • 4. Meer details bij redesign van HTML4 naar HTML5
  • 5. Overige nieuwe HTML5-elementen
  • 6. De presentatie verzorgen met CSS
  • 7. CSS3 en HTML5 in de praktijk
  • 8. Redesign – webformulieren van HTML4 naar HTML5
  • 9. Redesign – de nieuwe HTML5 API’s gebruiken
  • 10. Redesign – interactie toevoegen met JavaScript
  • 11. Redesign – overige tips en trucs

Onderwerpen die uitgebreid worden besproken zijn bijvoorbeeld het converteren van websites van HTML4 naar HTML5, Het ontwerpen voor mobiele platforms, het werken met CSS3 media queries, de rol van jQuery en jQuery-plugins (inclusief online voorbeelden), CSS3 slagschaduw, afgeronde hoeken en @font-face.

Website bij het boek

  • http://www.kassenaar.com/redesign2/ - Dit is de website met codevoorbeelden - ook beschikbaar als download-versie-  die bij dit boek hoort. Deze site is (zeer :–) eenvoudig gehouden qua layout, zodat de broncode niet wordt doorspekt met tags die alleen dienen voor de opmaak van de site.
  • Overzicht met alle hyperlinks uit het boek – Een lijst met alle hyperlinks die in de verschillende hoofdstukken worden genoemd.

Hebt u het boek gelezen en hebt u opmerkingen ter verbetering van een eventuele volgende druk? Of wilt u andere lezers laten delen in uw ervaringen? Laat dan een berichtje achter.

-- Peter Kassenaar 
14 maart 2011